Center for Internal Auditing Excellence (EUR)

Dit jaar zijn de auditopleidingen aan de Erasmus Universiteit (EUR) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) wederom betiteld als Center for Internal Auditing Excellence. In dit tweeluik vertellen Jolanda Breedveld en Mark van Twist (EUR) en Edo Roos Lindgreen (UvA) aan welke eisen de universiteiten moeten voldoen, hoe ze blijven aansluiten bij het werkveld en welke stappen ze nemen om toekomstbestendig te blijven.

De EUR beperkt zich niet tot het aanbieden van een training met modellen en handigheidjes voor de auditor, maar durft ook de meer fundamentele kwesties aan de orde te stellen, aldus Mark van Twist en Jolanda Breedveld (EUR).

Wat houdt de kwalificatie internal audit excellence in en aan welke eisen moet de universiteit voldoen?

Jolanda Breedveld (JB): “Het Institute of Internal Auditors heeft een Internal Auditing Education Partnership Program opgesteld. Binnen dit programma worden universiteiten met een internal-auditingcurriculum ingedeeld in drie niveaus. De hoogste accreditatie is het Center for Internal Audit Excellence en twaalf universiteiten hebben momenteel deze classificatie, waaronder dus de Erasmus Universiteit Rotterdam. Er is een uitgebreid framework opgesteld met programmarichtlijnen met eisen aan het curriculum en kwaliteitsborging van het programma.”

Welke wijzigingen zijn doorgevoerd in vergelijking met de laatste beoordeling?

Mark van Twist (MvT): “In ons annual report geven we steeds de vernieuwingen door. Standaard zijn curriculumwijzigingen en topics waaraan we dat jaar aandacht hebben besteed. Zoals een nieuwe tentamenopdracht om een behavioural audit uit te voeren en een nieuw college over ESG. Maar ook de topics die vanuit het curatorium zijn aangedragen, onze publicaties en de winnaar van de Internal Audit Scriptie Award.”

Hoe zorgt de EUR ervoor dat de opleiding aansluit bij wat in het werkveld gebeurt?

MvT: “Onze deelnemers werken in het werkveld waarover we doceren – zij brengen hun eigen praktijk elke week weer mee naar binnen. De kunst is niet zozeer om aansluiting te vinden, maar juist om daarvan voldoende afstand te durven nemen. Dus de grote lijnen zien, de toekomst die zich nog ontvouwen moet meenemen, onderbelichte of ondergewaardeerde onderwerpen over het voetlicht brengen, aandacht besteden aan wat voorbij de dagdagelijkse beslommeringen ertoe doet. Het mooie van een praktijk die terugpraat is dat je nooit veel zorgen hoeft te hebben over gebrek aan aansluiting. We reiken ideeën en inspiratie aan, zodat onze studenten toekomstbestendig invulling kunnen geven aan het vak van de auditor.”

Waar zijn jullie trots op?

MvT: “Op onze academische inbedding van de opleiding. We maken binnen de Erasmus Universiteit deel uit van een universitaire omgeving waarin onderwijs en onderzoek dicht op elkaar zijn georganiseerd en persoonlijke ontwikkeling van deelnemers kan samengaan met kennisontwikkeling over en voor het vakgebied. We combineren theorie en praktijk, verbinden actie met reflectie, beperken ons niet tot aanbieden van een training met modellen en handigheidjes voor de auditor, maar durven ook de meer fundamentele kwesties aan de orde te stellen die gaan over de grondslagen van het vak, de toegevoegde waarde van de professie en de toekomstbestendigheid van bestaande praktijken. Waarheidsvinding en oordeelsvorming zijn nog niet zo makkelijk in een tijd waarin de realiteit ons steeds sneller ontsnapt, kennis gefragmenteerd is, waarden botsen en steeds meer belangen in het spel zijn.”

Welke vernieuwingen wil de universiteit in de toekomst doorvoeren in de opleiding?

JB: “Jaarlijks passen we het curriculum aan. Voor de toekomst denken we aan de volgende vernieuwingen: nog meer nadruk op praktische onderzoeksvormen en bijbehorende auditvaardigheden; daarbij belangrijke thema’s zoals risicogedreven management en datagericht werken; deelnemers helpen zich te ontwikkelen van control tester via onder meer maatwerk-auditor en behavioural auditor en adviseur tot socratisch coach en trusted advisor.”