Een beweging in de keten
Resultaatgerichtheid, creativiteit en een goed inzicht in politiek-bestuurlijke verhoudingen zijn kenmerken van Alan Bargi. Daarmee wil hij een verandering in de keten proberen te realiseren. De burger staat hierin centraal. In dit interview vertelt hij meer over zijn doelen als senior beleidsmedewerker bij Toezicht Sociaal Domein.
Wat houdt u bezig in uw dagelijks werkzame leven?
“Ik analyseer complexe vraagstukken om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van bestaande situaties en processen. Momenteel ben ik gedetacheerd bij Toezicht Sociaal Domein (TSD). TSD is een samenwerkingsverband van vier rijksinspecties: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV), Inspectie van het Onderwijs (IvhO) en de Nederlandse Arbeidsinspectie. TSD houdt toezicht op de werking van het stelsel van zorg en ondersteuning in het sociaal domein. Wij kijken naar maatschappelijke problemen rond onderwijs, jeugd, zorg, welzijn, wonen, veiligheid, werk en inkomen. Het bundelen van de kennis en kunde van deze vier rijksinspecties is de kracht van TSD.”
In de praktijk betekent dat?
“De afgelopen periode heb ik mij voornamelijk beziggehouden met schulden en multiproblemen. Er zijn mensen in Nederland die door bepaalde omstandigheden of veranderingen in hun leven in diepe schulden terechtkomen. Armoede is niets nieuws, maar is wel toegenomen door oorlogen, crisissen en woningarmoede. Door middel van actieonderzoek probeer ik een verklaring te vinden waarom mensen in deze situatie terecht zijn gekomen en niet worden geholpen. Ligt dit aan wet- en regelgeving, aan uitvoerende organisaties of hebben mensen onvoldoende toegang tot de juiste organisaties? Het kan ook gaan om mensen met een migratieachtergrond die in Nederland onvoldoende netwerk hebben om de weg te vinden. Wij zoeken naar de verklaring en op het moment dat we die gevonden hebben, gaan we samen met de partners op zoek naar de juiste oplossingen.”
“Ik probeer hardnekkige problemen te doorgronden en vervolgens te communiceren naar de politiek, het beleid en de uitvoering om daarmee een verandering teweeg te brengen”
Waarom vindt u dit werk zo leuk?
“Ik ben altijd bezig geweest met het toezicht houden op grote organisaties. Als projectleider en accounthouder was ik bezig met het begrijpen, sturen en verbeteren van organisaties. Dit doe ik nog altijd met plezier, maar hier word ik niet persoonlijk door geraakt. Het verbeteren van organisaties is leuk, maar achter deze organisaties zitten mensen. Met name de mensen achter de organisaties die geen stem hebben, hebben me altijd geboeid. Hoe kan ik deze mensen benaderen, bereiken en hun stem bij de juiste partijen onder de aandacht brengen om een verschil te kunnen maken?”
“In mijn rol spreek ik met ervaringsdeskundigen, met de mensen die met hun voeten in de modder staan. Ik ga dieper in op hun behoefte, hun beleving. Wij proberen eerst te begrijpen hoe mensen in een bepaalde situatie terecht zijn gekomen en op welke manier zij geholpen willen worden. Pas daarna gaan we op zoek naar passende oplossingen. Ik wil niet één mens helpen, maar een groep mensen. Ik ga op zoek naar verklaringen en probeer hardnekkige problemen te doorgronden en vervolgens te communiceren naar de politiek, het beleid en de uitvoering om daarmee een verandering teweeg te brengen. Daar word ik warm van, dat is wat mijn werk zo leuk maakt.”
Waar komt deze passie voor mensen zonder stem vandaan?
“Ik ben als persoon iemand die niet groen, rood, geel of blauw is. Ik zit in het midden. Ik heb altijd geprobeerd om geen oordeel of vooroordeel te hebben. Mijn motto is: ik ben geboren om te leren. Als ik kijk naar mensen die niet rond kunnen komen, doet mij dat wat. Ik ben een mensenmens en probeer in die hoedanigheid andere mensen te helpen om een normaal leven te kunnen leiden in onze rijke samenleving. Dat vind ik belangrijk, want ieder mens heeft het recht om te bestaan en daarvoor wil ik mij graag inzetten. Maar daarvoor moet je over grenzen heen, en verder kijken dan de belemmeringen. Het gaat om het denken in mogelijkheden.”
“Vaak leidt dit ook tot moeilijke discussies. ‘Dan moeten ze maar gaan werken’ hoor ik anderen zeggen, maar er zijn ook mensen die tijdelijk tussen wal en schip vallen. Ik wil deze mensen niet aan hun lot overlaten, maar hen helpen om op te staan en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Dit gaat veelal om welwillende mensen die niet de juiste mogelijkheden hebben of krijgen om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Daarnaast heb ik ook met verslaafden gesproken of met mensen die niet meer willen werken. Dit zijn slachtoffers van de samenleving. Ook deze mensen hebben bestaansrecht en ook deze mensen moeten geholpen worden. Elk mens, ongeacht waar iemand vandaan komt en wat zijn probleem is, heeft het recht om te bestaan.”
Hoe gaat u om met de tegenstrijdigheden zoals rechtmatigheid versus rechtvaardigheid?
“Dit blijft een moeilijk vlak, maar ik eis die ruimte zowel in de uitvoering als in het beleid. Er moet ruimte zijn. Je kunt niet zeggen: ‘Het is niet rechtmatig is, dus we kijken weg van de problematiek’. Een voorbeeld is dat jeugdzorg en jeugdhulp stopt als je achttien jaar bent. Het is niet rechtvaardig om jongeren vanaf hun achttiende op straat te zetten. Je moet je houden aan de wet, maar voordat jongeren achttien worden, moet er proactief worden nagedacht over een oplossing. De problematiek wordt alleen maar groter wanneer je deze jongeren wel op straat zet. Ik ga in mijn werk op zoek naar deze frictie. In al mijn gesprekken probeer ik deze ruimte te creëren. Er moet ruimte zijn voor de menselijke maat. Elke wet heeft een doel en dat wil je ook terugzien in de uitvoering. Jongeren in nood moeten geholpen worden, dat is waar het om gaat. Als iemand achttien jaar wordt, blijft dat ook relevant.”
Zijn er gevallen die diep indruk op u hebben gemaakt?
“Vanuit mijn rol praat ik met veel mensen die diep in de problemen zitten en niet rondkomen. De gesprekken die ik voerde bij de voedselbank waren geen eyeopeners. Ik was er al langer mee bezig en weet wat er speelt, maar als je te horen krijgt van ouders dat het hun grootste wens is om gezond voedsel te kunnen kopen voor hun kinderen en dat hun kinderen op schoolreisje kunnen, dan krijg ik tranen in mijn ogen. Ik ben daarover in gesprek gegaan met de gemeente, voor mensen die geen schoolreisjes kunnen betalen zou dit gratis moeten zijn. Mensen weten dit vaak niet, of dit potje is al voor zoveel andere dingen ingezet waardoor er geen geld meer over is.”
“Bij de voedselbank sprak ik ook met ouders die, als hun volwassen kinderen op bezoek kwamen, moesten vragen of zij zelf eten mee konden nemen. Dat zijn heftige en indrukwekkende gesprekken. Onderweg naar huis denk ik hierover na en vraag ik me af hoe ik de stem van deze mensen verder kan brengen naar de uitvoering, naar het beleid en naar de politiek. Vanuit mijn positie wil en kan ik geen individuen helpen. Het gaat erom de stem van een groep mensen naar voren te brengen en een verandering in de keten teweeg te brengen.”
“Ik zet de emotie om in logisch denken, in mogelijkheden denken in plaats van in belemmeringen”
Hoe blijft u objectief?
“Soms word ik in mijn ziel geraakt, maar mijn emoties hebben geen invloed op het veranderen van een situatie. Ik probeer dan een stap terug te doen, de oorzaak van een situatie te achterhalen en te begrijpen, en in gesprek te gaan met de juiste partijen. Ik zet de emotie om in logisch denken, in mogelijkheden denken in plaats van in belemmeringen. Daarbij probeer ik breder te kijken. Zijn er meer mensen in deze situatie? Ik denk niet in incidenten, maar zie het grotere plaatje.”
Heeft dat ook invloed op hoe u naar uzelf kijkt?
“Vanaf het moment dat ik deze mensen persoonlijk heb gesproken, heeft dat invloed op mij als persoon. Bijvoorbeeld wanneer ik boodschappen ga doen of als ik eten op tafel zet voor mijn kinderen. Ik denk dan aan die wens om gezond eten op tafel te kunnen zetten. Ik ben dankbaar dat mijn kind voldoende heeft, want wat is nu het verschil tussen mijn kind en een kind dat in Afrika geboren is? Wanneer ik hoor dat de grootste wens van een kind in Afrika het eten van een pizza is, ontroert mij dat. We zouden allemaal wat dankbaarder en toleranter mogen zijn en elkaar écht iets moeten gunnen.”
Waar raken uw huidige werkzaamheden en het interne auditvak elkaar?
“Auditors kijken ook naar een organisatie met haar bedrijfsprocessen en bestuurlijke beheersmaatregelen om inzicht te krijgen in de inrichting en aansturing van de organisatie, met als doel deze te verbeteren. Ik doe dat in mijn werk ook, maar dan op een ander niveau. Ik kijk vanuit mijn rol naar de samenleving, naar de wet, naar de geest van de wet, naar de uitvoering en naar de tekortkomingen in de uitvoering. Het beleid is niet toepasbaar op de hele samenleving. Er is altijd een groep die tussen wal en schip valt. De stem van die groep mensen wil ik over het voetlicht brengen.”
“Interne auditors doen in essentie hetzelfde, maar ik benader een situatie vanuit een andere invalshoek. Vanuit mijn rol in de samenleving kijk ik naar wet- en regelgeving met een menselijk aspect. Je kunt het menselijke aspect niet vergelijken met KPI’s of winstgevendheid. Daar ga ik dus anders mee om. Ik ben register operational auditor en de opleiding heeft mij veel geleerd. Dit neem ik mee in mijn dagelijkse werkzaamheden. Ik praat met zowel een bestuurder van een organisatie als met een voedselgebruiker. Tussen deze werelden moet ik schakelen, ze begrijpen, de boodschap vatten en deze kunnen communiceren. Het ene gesprek is niet beter dan het andere, maar het betreft wel andere rollen en posities in de samenleving. Voor die verschillende werelden gebruik ik een andere taal om ze te motiveren, in beweging te brengen. Dat is waar het uiteindelijk allemaal om gaat, de andere partners in de keten in beweging krijgen om te verbeteren en doelen te bereiken.”
Wat wilt u interne auditors meegeven?
“Breder te denken. Kijk niet alleen naar de organisatie zelf, maar ook naar het maatschappelijke doel en de invloed en impact op de samenleving. Heb oog voor de mensen achter de organisaties. Een commercieel bedrijf moet winst maken, dat is hun bestaansrecht, maar niet ten koste van alles.”
Over
Alan Bargi RO EMIA bekleedde verschillende functies bij de overheid, onder meer als projectleider en onderzoeker. Op dit moment is hij senior consulent en senior beleidsmedewerker bij respectievelijk de Inspectie Werk en Inkomen, de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bargi rondde hij de executive master of Internal Auditing af aan de Erasmus Universiteit.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
Hoe biased is de toezichthouder?
Organisatiepsycholoog Tessa Coffeng, zelf toezichthouder bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM), promoveerde in 2022 op haar onderzoek naar de rol van biases in de besluitvorming van toezichthouders. Wat is die rol eigenlijk?
Lees meerHet gevaar en de kracht van framing
Hoe framing een rol speelt in de praktijk van de internal auditor en het gevaar én de kracht van framing voor en door de internal auditor.
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.