Is duurzaam duurder?
Dit is een vraag die auditors, accountants en andere financieel experts zullen krijgen de komende jaren. Auditors kunnen een belangrijke rol spelen in het geven van zekerheid in de gepresenteerde resultaten van organisaties op dit vlak. Maar hoe dan?
Klimaatverandering is een probleem, waar we inmiddels niet meer omheen kunnen. Af en toe kom ik nog een ontkenner tegen, maar het probleem wordt steeds vaker onderkend, wat een startpunt is om te werken naar de oplossing. In het rapport dat in 2021door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is uitgebracht, en waar honderden academici hun bijdrage aan hebben geleverd, zijn de feiten heel helder. We moeten veranderen.
Klimaatverandering
De afgelopen eeuw hebben we door de industrialisering klimaatverandering versneld door het sterk toegenomen energieverbruik, met verhoogde CO2-emissies tot gevolg. CO2 op zich is een natuurlijk gas dat wij allemaal uitademen. In de natuur wordt deze CO2 omgezet naar zuurstof, dat wij weer inademen. Dat werkt prima als er balans is, maar door de sterkte toename (ruim 35% ten opzichte van het begin van de industriële revolutie – IPCC (2021)) zien we dat onze natuur uit balans begint te raken. Deze disbalans zorgt voor extremer weer, smeltende ijskappen met een stijgende zeespiegel tot gevolg, zoals uit academisch onderzoek blijkt.
Als we ons gedrag niet veranderen, dan komt de leefbaarheid van onze planeet in gevaar
De inrichting van onze huidige maatschappij en economie maken het moeilijk om ons niet-duurzame gedrag te veranderen. Als we dit gedrag niet veranderen, dan komt de leefbaarheid van onze planeet in gevaar. Er zullen minder grondstoffen beschikbaar zijn en door hogere temperaturen wordt het moeilijker om in voldoende voedsel te voorzien. Omdat de huidige manier van werken, vervoeren en het verbruik van grondstoffen verankerd is in onze maatschappij, kunnen we het ook alleen samen veranderen.
Sustainable development goals
De basis voor het bewustzijn dat we onze huidige manier van werken moeten veranderen werd gelegd in 1987, toen de Club van Rome in het Brundtlandrapport Our common future (Club of Rome, 1987) inzicht gaf in de projecties van de toekomst. In de jaren erna zijn nog vele rapporten uitgebracht door wetenschappers vanuit allerlei disciplines om aspecten hiervan inzichtelijk te maken en politiek en bedrijfsleven te overtuigen van de noodzakelijke verandering. De Verenigde Naties hebben voor het eerst in 2000 de millenniumdoelen bedacht, acht doelen die voor de gehele wereld belangrijk zijn om te behalen. Hierop volgden in 2015 de Sustainable Development Goals, zeventien doelen die door veel landen omarmd zijn als doelstellingen om ontwikkeling op te stimuleren. Aan deze doelen zijn ook indicatoren gekoppeld die meten of we op koers zitten.
Een aantal voorbeelden van deze doelen zijn bijvoorbeeld ‘geen honger’, ‘klimaatactie’ of ‘verantwoorde consumptie en productie’ en ‘eerlijk loon’. Het zijn zowel sociale, ecologische als economische doelen die we tegelijkertijd moeten behalen. We zoeken een nieuw ontwerp van de maatschappij die voldoende leefbaarheid biedt in zowel sociaal, economisch als ecologisch opzicht, ook wel bekend als de people, planet en profit. Hoe kunnen we zeggen dat we succesvol zijn als maatschappij wanneer er mensen op de wereld omkomen van de honger en wereldwijd ook een derde van het voedsel wordt verspild (en een derde van de CO2-uitstoot uit voedselsystemen komt)? Hoe kunnen we zeggen dat we succesvol zijn als maatschappij als er wereldwijd 15.000 kinderen per dag sterven omdat ze ziek zijn en geen toegang hebben tot medische zorg? Daarom streven we naar het behalen van alle doelen, wat een grote uitdaging is.
Duurzame doelen versus de economie
De inrichting van onze maatschappij wordt sterk bepaald door hoe wij de economie hebben ingericht en wat in financieel opzicht wordt beloond. In onze huidige economie zien we dat grondstoffen heel goedkoop zijn en arbeid relatief duur is. Dat is de reden dat de productie van veel goederen is overgebracht naar landen waar arbeid veel goedkoper is, zoals Azië. We hebben hiermee complexe en internationale waardeketens vormgegeven die een grote vervoersbeweging tot gevolg heeft (en daarmee CO2-uitstoot).
We ontlenen veel van onze grondstoffen uit landen over heel de wereld om de producten te kunnen produceren. We gebruiken deze grondstoffen alsof we ze eindeloos tot onze beschikking hebben, maar met een groeiende wereldbevolking tot zo’n 10 miljard in 2050 zullen onze grondstoffen schaarser worden en op een gegeven moment simpelweg opraken. Als we kijken naar onze eigen gasvoorraad in Nederland zijn we daar met het tempo waarop we het nu gebruiken in 2034 doorheen, zo rapporteerde het Financieele Dagblad in 2016.
Het is te verwachten dat de disbalans in de natuur die we hiermee veroorzaken (we kennen de aardbevingen als gevolg van de gaswinning) alleen maar toeneemt. Wereldwijd hergebruiken we slechts 9% van onze grondstoffen, zoals gepubliceerd door Circle Economy in het Circularity Gap report 2022. De grondstofvoorraden zullen voor alle andere grondstoffen op deze wijze dus de komende jaren opraken. Het feit dat grondstoffen relatief goedkoop zijn, zorgt ervoor dat dit systeem in stand blijft.
Wat moet er veranderen?
Binnen de financiële wereld wordt voor het onderwerp duurzaamheid gerefereerd aan environment, social & governance (ESG), waarbij benadrukt wordt hoe belangrijk het is om de prestaties van organisaties op deze onderwerpen inzichtelijk te maken. Om ons economisch systeem te veranderen, moet er meer aandacht komen voor sociale elementen (eerlijk loon, mensenrechten), maar ook voor ecologische elementen (CO2-uitstoot en grondstofgebruik) in de context van besturing van de organisatie (governance). Het laatste aspect is van belang omdat bedrijven echt verantwoordelijkheid moeten nemen om invulling te geven aan die elementen en daarmee tegengas geven aan de oude prikkels van de economie, namelijk winstgevendheid en aandeelhouderswaarde.
Organisaties die duurzame waarden hebben omarmd, hebben een bredere blik dan alleen hun eigen organisaties en nemen hier verantwoordelijkheid voor
We zoeken in organisaties een balans tussen people, planet en profit. Je kunt dit in de governance verankeren door in de statuten duurzame elementen te benoemen of bewust stakeholdersbelangen mee te wegen in de organisatorische besluitvorming. Organisaties die duurzame waarden hebben omarmd, hebben een bredere blik dan alleen hun eigen organisaties en nemen hier verantwoordelijkheid voor. Voor iedere sector betekent dat om de keuzen in de waardeketen kritisch te herzien ten aanzien van grondstofgebruik, energiegebruik, locatie (ver weg of dichtbij) en te vertalen naar een eerlijke verdeling van de financiële vergoedingen. Binnen sectoren zullen nieuwe ontwerpen van hun producten komen, nieuwe oplossingen om invulling te geven aan de vraagstukken van energie- en grondstofgebruik. Niet iedere sector is al even ver in deze ontwikkeling, maar de verandering begint in iedere sector te komen.
De energietransitie en de circulaire economie
Je kunt de ontwikkeling naar een duurzamere wereld opsplitsen in twee ontwikkelingen. Enerzijds de energietransitie, waarbij we eerst proberen het energieverbruik te verminderen en vervolgens de gebruikte energie, de fossiele bronnen (die eindig zijn), te vervangen door hernieuwbare bronnen, zoals zon of wind. Anderzijds de circulaire economie, waarbij we door een ander ontwerp van onze producten intensiever gebruiken. We maken dan onze producten met andere (hernieuwbare) materialen en eenvoudiger repareerbaar, ontworpen voor langere levenscycli om vervolgens recycling mogelijk te maken en grondstofketens te sluiten.
Deze twee ontwikkelingen gezamenlijk zijn nodig om onze 2050-doelstelling te realiseren om te komen tot nul CO2-emissies. Wat betreft de eerste ontwikkeling hebben we veel zien veranderen de afgelopen jaren. Onder invloed van veel overheidssubsidies zijn oplossingen als zonnepanelen steeds goedkoper geworden. Voor de ontwikkeling naar de circulaire economie staan we nog aan de basis, hoewel we in Nederland wel koploper zijn in het zoeken naar alternatieven en starten van pilotprojecten om te leren hoe we onze maatschappij moeten veranderen.
Financiële performance & ESG
Om nieuwe oplossingen en andere invullingen te zoeken om energieverbruik en grondstofverbruik te reduceren en te verduurzamen (hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen) is innovatie nodig. Deze innovatie vraagt een voorinvestering om daar in de toekomst de vruchten van te kunnen plukken. In de huidige economie waar grondstoffen en energie relatief goedkoop zijn en de schade aan de natuur (CO2 bijvoorbeeld door vervoersbewegingen) niet wordt belast, vergelijken we in de winkel onze producten op basis van vooral informatie over prijs en worden duurzame producten op basis van dit criterium benadeeld.
Vanuit het perspectief van een investeerder maakt een duurzame organisatie misschien niet méér winst (waarschijnlijk eerst minder winst dan vergelijkbare organisaties), maar is zij wel veel robuuster en in staat zich aan te passen aan grote veranderingen. Een duurzame organisatie heeft tenslotte een bredere blik op haar stakeholders en werkt op een eerlijke wijze samen met haar ketenpartners. Bovendien heeft het verminderen van energiegebruik en het inzetten van hernieuwbare grondstoffen een positief effect op de langetermijnwaardecreatie.
Als we uitgaan van het scenario dat op lange termijn grondstoffen schaarser worden en we minder CO2 mogen uitstoten, dan zullen organisaties die daar nu mee bezig zijn, klaar zijn voordat de maatschappij het afdwingt in de vorm van regelgeving. Niet-duurzame bedrijven zijn op de langere termijn kwetsbaar voor prijsstijgingen zoals we die de afgelopen tijd ook hebben gezien voor energie en grondstoffen. Vanuit de overweging dat een hoger risico ook een hoger rendement moet hebben, neemt de druk op niet-duurzame organisaties de komende jaren toe.
De rol van interne en externe auditor
Het economisch systeem moet anders. Als we naar een duurzame samenleving willen, dan moeten we de elementen van sociale waarden en ecologische waarden belonen in de keten. Als we dat belonen (of niet-duurzame elementen belasten), dan zullen niet-duurzame producten duurder zijn. Zolang het economisch systeem hierin nog niet voorziet, hebben we op een andere wijze het inzicht nodig om onderscheid te kunnen maken tussen duurzame en niet-duurzame bedrijven. Dat is het punt waar auditors gevraagd zal worden de gepresenteerde performance van bedrijven te toetsen aan de werkelijkheid.
Accountants krijgen bij de jaarrekeningen vanaf 2024 en verder te maken met corporate sustainability reporting directive (CSRD). Een EU-richtlijn die grotere en beursgenoteerde organisaties verplicht om hun duurzame performance in brede zin te presenteren in hun jaarrekening. Omdat niet alles in kwantitatieve zin kan worden gepresenteerd in deze transitiefase, wordt ook veel kwalitatieve informatie gevraagd over toekomstige doelstellingen, risico’s, beoogde strategie, et cetera.
We zoeken zekerheid over deze informatie bij auditors, die nog geen helder toetsingskader hebben
Ook CO2-emissies worden uitgevraagd, niet alleen voor de eigen organisatie, maar voor de hele keten. Dit zal ervoor zorgen dat ook bij kleinere organisaties het onderwerp duurzaamheid op de agenda komt te staan, en dat de keuzen voor de inrichting van de waardeketen worden heroverwegen. We zoeken zekerheid over deze informatie bij auditors, die nog geen helder toetsingskader hebben. We zullen dus voor een deel van deze toetsing moeten vertrouwen op een principle-basedbenadering. Auditors moeten begrijpen wat duurzaamheid betekent voor welke sector, hoe ver duurzame oplossingen zijn in hun ontwikkeling en wat de risico’s zijn voor de achterblijvers, maar ook voor de koplopers.
Is duurzaam niet veel duurder?
Met de huidige lineaire manier van kijken lijkt een duurzaam product (veel) duurder. We zitten echter volop in de transitie waarin dit gaat veranderen. De producten die we de afgelopen tijd hebben geproduceerd waren juist veel te goedkoop, waarbij we een schuld hebben opgebouwd aan de aarde. Deze schuld moeten we nu versneld aflossen, voor we als mensheid failliet gaan en geen leefbare aarde meer hebben voor toekomstige generaties.
Organisaties die volop inzetten op verduurzaming, nemen verantwoordelijkheid voor deze versnelde aflossing. De uitdaging is om deze ontwikkeling zichtbaar en vergelijkbaar te maken, ook wanneer deze aanvullende waarde van duurzame producten en diensten nog niet op de juiste manier in ons economisch systeem verwerkt zijn. Aan accountants de schone taak om vanuit een diepgaand begrip van deze transitie naar een duurzame samenleving inzicht aan financiële instellingen, investeerders, maar ook aan klanten of leveranciers te geven. Vanuit inzicht kunnen we betere keuzen maken en kunnen we met elkaar versnellen om de weg naar een duurzame toekomst vorm te geven.
Over
Diane Zandee MSc RC begeleidt als zelfstandig consultant organisaties in hun verduurzaming en is docent aan Nyenrode op het gebied van verduurzaming in een financiële context.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
ESG is good business!
In gesprek over hoe op- en overslagbedrijf Koole Terminal de transitie heeft ingezet van fossiele naar hernieuwbare brandstoffenopslag.
Lees meerInternal audit moet ESG-integratie stevig ondersteunen
De talrijke woorden die al gewijd zijn aan de integratie van ESG-factoren in de strategie en operatie van organisaties worden inmiddels omgezet in daden. Wat is de rol van internal audit?
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.