Renske Leijten: “Schrijf op wat je ziet!”

Renske Leijten: “Schrijf op wat je ziet!”

Auteur: Max Lodder RO CISA – Liane Lambert Mendez-van Eerde MSc RO
Beeld: NFP Photography - ANP
9 min

Renske Leijten reflecteert op haar tijd in de politiek en benadrukt het belang van kritisch kijken en je uitspreken. Ze roept auditors op om verder te gaan dan de opdracht en te rapporteren wat ze écht zien. “Zoek je wat je weet, of weet je wat je zoekt?” is haar prikkelende vraag.

Wat houdt je bezig sinds je afscheid van de Tweede Kamer?

“Eerst heb ik een paar maanden de tijd genomen om even helemaal niets te doen. Het grootste cadeau sinds mijn vertrek uit de politiek is dat ik meer tijd met mijn kinderen kan doorbrengen. Ik kreeg een tegeltje van een vriendin: ‘Niets doen is ook werken.’ Dat is echt waar. Langzaamaan ben ik steeds meer dingen gaan oppakken en ben ik erachter gekomen wat ik wel en niet leuk vind.”

En wat vind je leuk?

“Ik vind het fijn om nu met verschillende dingen bezig te zijn. Zo geef ik lezingen, wat ik ontzettend leuk vind. Ik merk dat loskomen van stress en het altijd ‘aan’ staan een hele tour is geweest. Daarin heeft het schrijven van mijn boek over de aanloop naar het toeslagenschandaal enorm geholpen. Het boek gaat over advocaat Eva González Pérez, die zich inzette voor gedupeerden in het toeslagenschandaal. Iedere keer als ik Eva sprak, was ik steeds weer verbaasd dat nog niemand haar verhaal had opgeschreven. En toen ik de politiek verliet, had ik daar mooi de tijd voor. Inmiddels heb ik besloten dat ik nog een boek ga schrijven. Een verhaal waarvan ik denk dat Nederland het moet kennen.”

Waarom ben je gestopt als politicus?

“Nu ik eruit ben kan ik met trots, plezier en soms ook spot terugkijken op wat ik heb gedaan. Ik heb bewondering voor de mensen in het proces. De Tweede Kamer is een mierenhoop vol activiteiten, maar op een gegeven moment liep ik vast. Het toeslagenschandaal was opgehelderd. Ik had contact met de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen, waar mensen vermalen werden door het systeem. Maar niets werd afgerond. Iedereen keek naar het dossier, maar niemand sloot het af. Daar werd ik krankjorum van.”

“Fouten maken binnen de overheid kan, maar dat het zo lang is toegedekt terwijl men het wist, is ongelofelijk. En eigenlijk duurt het nog steeds voort”

Dat was niet op te lossen?

“Als Kamerlid kun je dat niet oplossen. Zelfs als staatssecretaris niet. Je kunt het aankaarten, maar iemand anders moet het uitvoeren, en dat gebeurde niet. Die dynamiek – wel willen, maar niet kunnen oplossen – was slopend. Na de overwinning van BBB ben ik in het Torentje geweest. Er moest iets veranderen. We hebben tegen Mark Rutte gezegd: ‘We hebben een oplossing.’ Dat werd eerst enthousiast ontvangen: ‘Geweldig, we gaan het uitzoeken!’ Maar twee weken later werd het afgekapt. Er werd niets mee gedaan. Na die poging wist ik dat dit niet meer de plek voor mij was. Ik zou het een ‘démasqué’ vinden als ik de functie van Kamerlid zou blijven vervullen terwijl ik er niet meer achter sta.”

Krijgen burgers voldoende mee van wat er speelt in politiek Den Haag?

“De Tweede Kamer is zoveel meer dan wat mensen ervan zien. Wat de gemiddelde Nederlander ziet, is het politieke conflict. En dat conflict is nodig in Den Haag. Daardoor weet je waar iedereen staat. Maar dat is maar 10 á 15% van het werk. De rest gaat over samenwerken. Ik probeerde altijd over de grenzen van de oppositie en coalitie heen te kijken, te zoeken naar overeenstemming. Maar ik werd moe van hoe dingen werden gepresenteerd. Journalisten zagen dat ook, maar wilden er geen kritiek op leveren. Ik heb ooit een harde grap over een journalist gemaakt. Die heeft een jaar lang niet over mij geschreven, alsof ik niet in de vergaderingen zat. Wat ook meespeelde, is dat je als Kamerleden moet samenwerken, dat is mooi, zo ontstaan bondgenootschappen. Dat Kamerleden goed samenwerken, komt alleen nooit in het nieuws. Niet alles hoeft het journaal te halen. Maar voor mij werd het ook een vorm van zelfbescherming om op te stappen.”

Welke boodschap heb je voor mensen die het vertrouwen in de politiek zijn verloren?

“Vaak hebben mensen ook gelijk dat ze het vertrouwen zijn verloren, al zou ik juist deze mensen willen oproepen om te stemmen. Politiek is meer dan alleen Kamerleden. Het zit ook in beleidskaders, directies en managementlagen. Er is onvoldoende besef dat zij deel uitmaken van een overheid die burgers niet helpt, maar hen juist tegenwerkt. Dat is nooit de bedoeling geweest, maar het is wél de uitkomst. Er is te weinig reflectie over hoe problemen écht opgelost kunnen worden.”

Renske Leijten: “Niets werd afgerond. Iedereen keek naar het dossier, maar niemand sloot het af. Daar werd ik krankjorum van”

Hoe komt dat?

“Dat heeft deels te maken met de angst voor verandering. Want zodra je erkent dat het beleid averechts werkt, moet je het ook anders gaan doen. Dat is een lastige stap. En als verandering uitblijft, leidt dat tot apathie. We verliezen ons vermogen tot logisch denken. Neem bijvoorbeeld uitvoeringsinstanties. De Tweede Kamer en de regering stellen wetten op met als doel een bestaansminimum te garanderen. Als een uitvoeringsinstantie ziet dat het beleid niet werkt, waarom sturen ze het dan niet terug naar de Kamer met de boodschap: ‘Dit gaat zo niet lukken, we hebben meer middelen nodig?’ In plaats daarvan voeren ze het beleid tóch uit. En vaak nog onrechtmatig ook. De burger is dan de dupe.”

Heb jij nog vertrouwen in de politiek?

“Ik heb groot vertrouwen in mensen en een optimistisch mensbeeld. Ook heb ik veel vertrouwen in de Kamerleden, al ken ik de huidige leden minder goed. Er zitten veel mensen die onderzoek doen, goede dingen doen en oplossingen bedenken. Daar ben ik heel positief over. Ik ben vaak uitgenodigd op ministeries om hierover te praten. Daar word ik superenthousiast van. Het zijn allemaal bevlogen mensen die bewust hebben gekozen voor de publieke zaak. Ze vragen zich ook af hoe ze met dilemma’s moeten omgaan. Dat vind ik ontzettend inspirerend, en daar heb ik vertrouwen in. Maar de hersteloperatie van het toeslagenschandaal loopt nog steeds vast. Er is een loepzuivere analyse gemaakt, waar Den Haag tevreden over is, maar de aanbeveling is weer een extra commissie. Daarmee lossen we het niet op. Dan denk ik: goed dat ik er niet meer zit.”

Hoe kijk je terug op het toeslagenschandaal?

“Dit is het grootste schandaal sinds de Tweede Wereldoorlog. Er wordt nog veel foute informatie verspreid en herhaald. Zoals dat het schandaal begonnen zou zijn bij de Bulgarenfraude. Dat is onjuist. De bij het schandaal betrokken teams gebruikten al een onrechtmatige werkwijze vóór de Bulgarenfraude. Ze maakten gebruik van een systeem dat al sinds 2009 bestond.”

Hoe weet je dat?

“Ik kwam daarachter nadat ik een meldpunt had opgezet. Toen de betrokken teams van de Belastingdienst targets moesten halen, verlaagden ze gewoon het drempelbedrag voor fraude. Iemand werd ineens als fraudeur bestempeld en kreeg in feite een ‘levenslange schuld’. Fouten maken binnen de overheid kan, maar dat het zo lang is toegedekt terwijl men het wist, is ongelofelijk. En eigenlijk duurt het nog steeds voort. Soms denk ik: als je een beursgenoteerd bedrijf hebt, is er een grotere mate van transparantie dan bij de overheid. Ik zeg niet dat we de overheid moeten privatiseren, maar het zou toch normaal moeten zijn dat ook daar voldoende controle en openheid is?”

“Iemand die bij de facilitaire dienst werkt en papier steelt, wordt sneller ontslagen dan iemand die op hoog niveau een grote fout maakt”

Werd kritiek op het handelen door de Belastingdienst geaccepteerd?

“Dijsselbloem had het over een afrekencultuur in Den Haag. Toch zijn er geen ambtenaren de laan uitgestuurd. De regering is niet naar huis gestuurd, ze zijn zelf gegaan. De laatste keer dat iemand écht naar huis is gestuurd, is heel lang geleden. Iemand die bij de facilitaire dienst werkt en papier steelt, wordt sneller ontslagen dan iemand die op hoog niveau een grote fout maakt. Dan moet je niet aan de burger vragen om vertrouwen te hebben in de overheid. De term ‘afrekencultuur’ is een frame dat alles heel giftig maakt.”

Wat bedoel je daarmee?

“Het wordt mogelijk om kritiek te verwarren met ‘afrekenen’ en dat is de dood in de pot. Kritiek is niet afrekenen. Dat Kamerleden of journalisten na een ramp of incident willen weten wat er is misgegaan, moet je niet als een aanval zien. Een kritische vraag is een kans. Ik heb zelf meegemaakt dat Kamerleden iets wilden veranderen. En als het niet lukte, kwam er een slap briefje naar de Kamer dat het niet was gelukt. Dat is geen afrekencultuur. Er gaan altijd dingen mis. Maar als je daar eerlijk over bent, zal niemand zeggen dat je moet opstappen. Zie kritiek niet als iets negatiefs. Kritiek hebben op degene die kritiek uit, is juist het eerste signaal van een angstcultuur.”

Wat wil je auditors meegeven?

“Ik zou willen dat auditors autonomer werken, zonder bang te zijn voor hun positie. Wat ik problematisch vind bij auditen is als je je enkel aan de opdracht houdt en daarbij belangrijke dingen ziet, maar het niet opschrijft. Doe je dan wat wordt gevraagd of wat je vindt dat nodig is? Ik vind dat hoogopgeleide mensen die iets fout zien gaan de verantwoordelijkheid hebben om het op te lossen. Zoals een loodgieter een kapotte leiding direct repareert. Wat ik nu zie, is dat er ontzettend scherp en goed wordt geanalyseerd, maar dat bevindingen vervolgens te voorzichtig worden gepresenteerd. Het zou goed zijn als dat verdwijnt. Natuurlijk weet ik dat als je je nek uitsteekt, de kans bestaat dat dat op jezelf terugslaat. Maar mijn hartenkreet is om je juist wel uit te spreken. Ik twijfel geen seconde aan de kwalificaties van auditors – ze zijn supergoed opgeleid. Maar het kan impactvoller. Als je naar een kopje kijkt en ziet dat het schoteltje kapot is, moet je dat melden! Laat je niet kleiner maken dan nodig, zelfs niet als duurbetaalde auditor.”

Gebruiken auditors te veel vaktaal en jargon?

“Als je onderling iets specialistisch aan het bekijken bent, is vaktaal prima. Jargon hoort daar dan bij. Maar ik lees ook auditrapporten waarvan ik denk dat je een audit nodig hebt om te begrijpen wat er wordt gezegd. Bij de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, waarvan ik deel uitmaakte, zag ik rake analyses voorbijkomen, waarbij vervolgens de conclusies waren afgezwakt. Dat vind ik jammer. Mag je als auditor onderzoeken wat je wilt onderzoeken? En wie bepaalt je onderzoeksscope? Ik heb bij het toeslagenschandaal gezien dat bepaalde documenten niet naar boven kwamen. Er zijn toen bewust dingen buiten het onderzoek gelaten. Dat zijn precies de zaken waar auditors naar moeten kijken. Je moet altijd de vraag blijven stellen: ‘Zoek ik wat ik weet, of weet ik wat ik zoek?’ En begrijp ik ook wat ik vind? De tijd nemen om die vragen te beantwoorden is heel belangrijk. Soms zit je er met je neus bovenop, maar zie je het niet. Dat moet je je realiseren.”

Renske Leijten: “Ik twijfel geen seconde aan de kwalificaties van auditors – ze zijn supergoed opgeleid. Maar het kan impactvoller”

Zijn we op de goede weg wat betreft diversiteit?

“Het stereotype beeld is een man van veertig á vijftig jaar die heeft gestudeerd. Hoe meer je van dat beeld afwijkt, hoe groter de achterstand die je hebt. Dat werkt vooroordelen in de hand. Dit probleem bestaat, en we moeten het analyseren en corrigeren. Het is goed als vrouwen zich uitspreken, niet per se omdat ze vrouw zijn, maar omdat we moeten streven naar evenwicht. Als je weet dat er een stereotype bestaat, kun je dat stereotype bevestigen. Maar je kunt het ook anders neerzetten. Moeten we stereotypes dan cancelen? Nee, maar we kunnen wel bewust kiezen voor diversiteit. Overal zijn verschillende mensen. Je hoeft ze niet actief te zoeken, maar je moet ze wel zichtbaar maken. Dáár gaat het om.”

Hoe kijk je naar quota voor topvrouwen?

“Ik heb er moeite mee, al heb ik zelf wel profijt gehad van het effect dat er naar vrouwen wordt gezocht. Waarom pleiten we bijvoorbeeld niet voor een mannenquota in het onderwijs? We moeten er bewust mee omgaan. Het gesprek over diversiteit zorgt ervoor dat je stereotypen en normen ziet, analyseert en er iets aan doet. Dat vind ik veel belangrijker. Mensen die een praktisch beroep hebben, voelen zich helemaal niet gezien.”

Hoe zit dat in de politiek?

“Ik wil gewoon bevlogen mensen in de politiek, maakt me niet uit wie. Maar ja, het moet wel gevarieerd zijn. Als het gebrek aan variatie leidt tot het niet in elkaar geïnteresseerd zijn, dan heb je nog een groter probleem. Vrouwen hebben cultureel een grotere achterstand. Als mijn kind ziek was, werd ik gebeld, niet mijn man. Het is zo cultureel geprogrammeerd. Ik vind het dan ook heel hoopvol dat ik jonge vaders zie die vrij nemen als er een kind geboren is. Het creëren van een meer evenwichtige en inclusieve samenleving vergt tijd en inspanning, en soms is er behoefte aan tegenbewegingen om de status quo uit te dagen. Weten we wat we zoeken, of zoeken we wat we weten? Deze vraag is ook relevant in het streven naar gelijkheid en evenwicht.”

Over
Renske Leijten is lid van het partijbestuur van de SP en was daarvoor zeventien jaar lid van de Tweede Kamer. In 2024 verscheen haar boek Leuker kunnen we het niet maken.

Een artikel aanleveren? Lees onze auteursinstructies.
0 likes

Reacties (0)

Wilt u ook een reactie plaatsen?

Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.