Humor en inhoud moeten in balans zijn
We maken kennis met de dagvoorzitter van het IIA Congres van 2024: Maarten Bouwhuis. Hij geeft ons een kijkje in de keuken van een dagvoorzitter.
Wat is uw pitch voor onze lezers?
“Ik ben Maarten Bouwhuis, dagvoorzitter en presentator. Het dagvoorzitterschap begon vanuit mijn communicatieopleiding, vervolgens ben ik afgestudeerd in het debatonderwijs. Ik ben betrokken bij debatonderwijs. Ik heb verschillende beroepsgroepen getraind in debatvaardigheden, debatteren en presenteren. Inmiddels ben ik ruim zeventien jaar zelfstandig als dagvoorzitter en presentator. Sinds 2007 ben ik presentator bij BNR Nieuwsradio, en presenteer momenteel het programma Vastgoed Gezocht, dat doe ik een dag in de week. Dit combineer ik met het leiden van congressen en bijeenkomsten, wat mijn full time job is.”
Vorig jaar was u ook dagvoorzitter van de RO Masterclass. In hoeverre kent u de beroepsgroep van internal auditors?
“Nou, eigenlijk ken ik de beroepsgroep internal auditors alleen van de buitenkant. Tien jaar geleden was ik ook de dagvoorzitter van de RO Masterclass, en als dagvoorzitter kom ik veel in het bedrijfsleven, dan zie en leer je ook veel. ”
Wat is uw taakopvatting van een dagvoorzitter?
“Ervoor te zorgen dat de geprogrammeerde inhoud maximaal tot zijn recht komt. Of het nu gaat om sprekers of paneldiscussies, ik haal het maximale eruit door goede voorbereiding. Ten tweede vind ik het belangrijk dat de dag prettig en in een leuke sfeer verloopt. Ik geloof namelijk niet dat mensen naar een zakelijk congres komen om de hele dag niet te kunnen lachen.”
“Ik ben voor de helft facilitator en voor de helft zal ik mijn inhoudelijke en persoonlijke inbreng hebben”
Dus inhoud voorop, dan sfeer en humor?
“Ja, er moet een beetje gelachen kunnen worden. Af en toe moet er iets onverwachts gebeuren. Het is dan ook mijn taak om het publiek een beetje te prikkelen.”
Is de dagvoorzitter een actor in het geheel of een facilitator?
“Ik vind dat je een facilitator bent, maar dit raakt ook de kern van de rol van de dagvoorzitter. Ben je een facilitator die vervangbaar is door bijvoorbeeld AI, of ben je een dagvoorzitter die ook persoonlijke visie meeneemt en inzet. Mijn rol zit daar een beetje tussenin. Ik ben voor de helft facilitator en voor de helft zal ik mijn inhoudelijke en persoonlijke inbreng hebben.”
Naast facilitator ook katalysator?
“Ja, wat die katalysator dan doet, komt wel uit de eigen inhoudelijke voorbereiding met de opdrachtgever. Ik ga natuurlijk, gegeven de geprogrammeerde inhoud, in gesprek over welke thema’s er spelen.”
In uw intro noemde u debatonderwijs. We hebben niet echt een debatcultuur in Nederland. Hoe ziet u dat?
“Nee, we hebben helaas geen debatcultuur. Dat heeft twee aspecten. Ten eerste is er zoiets als ‘agree to disagree’, dus het debatteren om het debatteren en het argumentenspel. Dat vinden Nederlanders heel ingewikkeld. Kijk bijvoorbeeld naar verkiezingsdebatten. Deze zijn tegenwoordig veel meer in een format gegoten; het reageren op elkaars argumenten, et cetera. Ten tweede is het pijnlijk dat we in Nederland geen spreekonderwijs hebben, wat veel erger is.”
Geen spreekonderwijs?
“Mijn stelling is dat de gemiddelde basisschool in Nederland zeer weinig doet aan spreekonderwijs. Dat was al zo in de jaren tachtig op mijn basisschool. Op school leren kinderen niet presenteren, want ze hebben een keer per jaar een spreekbeurt. Zo kan een kind deze vaardigheid niet aanleren. Kinderen zouden vanaf het begin, wanneer ze nog geen last hebben van angsten, zeg maar tussen de vier en zes jaar, voor de groep moeten leren spreken. Dat gebeurt niet of nauwelijks. En dan zijn we verbaasd dat we niet kunnen spreken als het kind naar de universiteit gaat.”
Is het nu beter?
“Nee, er is nauwelijks iets veranderd. Hoe kan het dat er in vijfendertig jaar tijd op dit punt niets is veranderd. En dan komt een kind op de universiteit en zit het brein vol met allerlei angsten ten aanzien van ‘public speaking’. Ik zeg uit eigen ervaring en observatie: als je er niets aan doet, komen alle menselijke angsten samen bij public speaking. Spreken in het openbaar is een onmisbare vaardigheid voor elk kind. In Nederland zijn wij erg gericht op het eens worden met elkaar. Daarom gedijt de debatcultuur niet in de polder. Nederlanders zijn bezig met het compromis; al voordat alle argumenten op tafel liggen.”
Hoe bereidt u zich voor op een congres?
“Mijn voorbereiding bestaat uit gesprekken met de organisatie en de mensen uit het vak. Verder lees ik in. Ik heb dus de organisatie en de vakgenoten nodig ter voorbereiding op het congres. Daarnaast neem ik voor elk congres de tijd om even de nieuwsartikelen en vakpublicaties te lezen, zodat ik goed op de hoogte ben wat er speelt. Dit jaar gebruiken we voor het IIA Congres topsport als metafoor. Daar kun je dan ook veel inspiratie buiten de wereld van internal audit uithalen.”
Het thema dit jaar was Conformance & Performance. Hoe ziet u dit thema?
“Ik zie dit thema als volgt: ben ik als professional recht in de leer in mijn taakopvatting? Dan is de vraag natuurlijk: wat is de taakopvatting van een internal auditor. Maar je kunt ook zeggen: de internal auditor heeft, gegeven de beroepsstandaarden, een taakopvatting; er zijn ook verantwoordelijkheden die buiten die taakopvatting liggen. De vraag is: hoe kan de internal auditor bijdragen aan de organisatie, gegeven de taakopvatting. Dat betekent dat de internal auditor, gegeven de behoefte en de volwassenheid van de organisatie, zich met meer dingen bezighoudt.”
“Nederlanders zijn zeker niet op hun mondje gevallen, maar we zijn heel slecht in staat om gestructureerd een verhaal te houden. En om voor een grote groep te spreken”
Dus niet halsstarrig vasthouden aan je taakopvatting?
“Ik vind dat iets anders dan een regel overtreden. Ik denk dat dát nodig is voor het succes van een organisatie. Iemand van Boston Consultancy Group heeft eens tegen mij gezegd: ‘In een organisatie doet 80% van de medewerkers hun werk en dragen ze bij aan de “bread and butter” van een organisatie. 10% van de medewerkers draagt niets bij. De andere 10% van de medewerkers, dat zijn eigenlijk de groep mensen die een organisatie “dragen”.’ Als internal auditor kun je je dan afvragen: zit ik in mijn taakopvatting in die 80% of behoor ik tot die andere groep van 10% en zet ik extra stappen om de organisatie vooruit te helpen?”
Hebt u een voorbeeld?
“Laat ik voorbeeld noemen uit een andere sector die voor ons allemaal van belang is: de waterschappen. Bij de waterschappen zijn er bestuurders zie zeggen: we hebben een taakopvatting, namelijk het land drooghouden en zorgen voor een goed grondwaterpeil. En er zijn bestuurders die zeggen; de wereld om ons heen verandert: extreem droge en natte perioden als gevolg van klimaatverandering. Zij willen waterbestendige wijken, meer natuur in Nederland en willen zich daarvoor inzetten. De preciezen die zeggen dan, daar gaan wij niet over, dat is van de gemeente of de provincie. Noem het de rekkelijken en de preciezen. Dat is wat mij betreft een keuze die je als professional in een organisatie hebt.”
Hoe betrekt u het publiek op een congres?
“Als dagvoorzitter sta ik namens het publiek op het congres en sta ik het publiek ten dienste. Het publiek heeft namelijk recht op een goed geleide bijeenkomst, waar zij ook aan kunnen bijdragen. Het is dan ook mijn taak om namens het publiek scherp te blijven op inhoud.”
En hoe doet u dat?
“Ik probeer veel de zaal in te gaan met de microfoon en haal vragen of reacties op. Daarnaast maak ik gebruik van digitale tools om vragen en reacties via de telefoon op te halen. Dat democratiseert het publiek, vooral als het congres zeshonderd deelnemers heeft is dat anoniemer en veiliger. Want nogmaals, we hebben geen spreekcultuur. Ik maak veel gebruik van tools als Mentimeter of Buzzmaster, om met vragen of door middel van stellingen reacties uit de zaal op te halen.”
Wanneer is een congres voor u als dagvoorzitter geslaagd?
“Wat mij betreft zijn er drie criteria. Ten eerste de inhoud: als ik de dag naar een hoger niveau heb kunnen tillen, door onder meer het aanscherpen van de sprekers en het aanscherpen van de panels. Ten tweede de verbinding met de zaal: als ik een goede verbinding heb gehad met de zaal en zij het gevoel hebben gehad goed meegenomen te zijn door de dagvoorzitter. En het derde is, als het binnen het tijdschema van de dag, een leuke dag is geweest.”
Maarten Bouwhuis: “Mijn tip voor iedere deelnemer aan een congres is: spreek je uit. Als we vragen om reacties uit de zaal, geef dan reactie. Stel een vraag, word boos, wees het oneens met de spreker op het podium. Doe actief mee!”
Vindt u dat in het auditonderwijs spreken een belangrijk element moet zijn?
“Ik denk dat spreken en communicatie in elk vakgebied een belangrijk onderdeel moet zijn. Zeker in de huidige tijd waarin technologie steeds meer het werk van professionals overneemt. Emotionele intelligentie, waaronder speekcultuur, die mensen meenemen en ze tot professionals maken, wordt steeds belangrijker ten opzichte van de praktische vaardigheid zoals het maken van een jaarrekening.”
In Nederland hebben we het zelfbeeld dat we direct zijn en niet op ons mondje gevallen zijn. Hoezo geen spreekcultuur?
“Nee, we zijn zeker niet op ons mondje gevallen, maar we zijn heel slecht in staat om gestructureerd een verhaal te houden en om voor een grote groep te spreken. Een voorbeeld: er is op kantoor een collega jarig, en hij neemt taart mee voor de collega’s; wie staat op om die persoon even in het zonnetje te zetten? Meestal gebeurt dat niet en komt er iets van: ‘Ik zal het kort houden, want jullie hebben vast trek in taart’.”
Hebt u nog tips voor de deelnemers?
“Mijn belangrijke tip voor iedere deelnemer aan een congres is: spreek je uit. Als we vragen om reacties uit de zaal, geef dan reactie. Stel een vraag, word boos, wees het oneens met de spreker op het podium. Doe actief mee! Net zoals leiders van workshops een workshop echt een workshop moeten laten zijn. Dus niet meer dan de helft van de tijd aan het woord. Ze moeten in gesprek met de deelnemers, een sfeer creëren zodat deelnemers echt participeren. In de wereld van congressen worden workshops te lang gepresenteerd.”
In hoeverre is kennisdeling voor u een doelstelling van de dag?
“Ik denk dat dat altijd een belangrijke doelstelling is. Er waren interessante sprekers en experts om kennis te delen. De praktijk leert dat je daarna ook mag praten over die kennis. Bijvoorbeeld door vragen te stellen tijdens een workshop of met elkaar in gesprek te gaan over die kennis. Op die manier beklijft de kennis beter.”
Naar welke sprekers of onderwerpen keek u het meest uit?
“Als gezin zijn we sportliefhebbers en gaan we komende zomer naar de Olympische Spelen. In die zin keek ik uit naar sprekers als Esther Vergeer en Charles van Commeneé, een sportbestuurder. Op vaktechnisch gebied ben ik enorme fan van Paul Iske, de oprichter van het Instituut voor Briljante Mislukkingen. Hij heeft ook een scherpe mening over het onderwijs in Nederland.”
Over
Maarten Bouwhuis is sinds 2007 als presentator verbonden aan BNR Nieuwsradio. Hij presenteert het programma Vastgoed Gezocht. Hij treedt op als dagvoorzitter en debatleider. Bouwhuis studeerde communicatie in Rotterdam en is deskundig op het gebied van presentatie- en debatvaardigheden.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
Regie over reputatie!
Voor NS is communicatie essentieel. Reizigers moeten op elk moment van de dag geïnformeerd worden over reisinformatie, storingen, et cetera. Ging dat voorheen via borden, tegenwoordig gaat dat ook via social media.
Lees meerSchrijven wat je ziet
Er is moed voor nodig om in een gesprek de resultaten van de audit te vertellen als je weet dat de uitkomsten die opdrachtgever onwelgevallig zijn. Nog lastiger wordt dit als het schriftelijk moet. Hoe kun je in een tekst anticiperen op woede of irritaties?
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.