
Buitenlucht en wetgeving: het werk van een agrarisch toezichthouder
De boer van vandaag werkt niet alleen met natuur en dieren, maar ook met een steeds dikker wordend regelboek. Hoe houd je toezicht op naleving zonder het vertrouwen te verliezen? Nouschka Beck, toezichthouder bij de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH), toetst dagelijks op erf en akker of agrariërs voldoen aan de milieuwetgeving.
Wat is de kerntaak van de Omgevingsdienst Midden-Holland?
“De omgevingsdienst voert milieutaken uit in de regio Midden-Holland. Een aantal gemeenten valt onder deze regio, zoals Alphen aan den Rijn, Bodegraven, Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen. Ik werk in de Krimpenerwaard, Gouda en Zuidplas. In sommige gemeenten voeren de toezichthouders ook bouw- en woningtoezicht uit, maar dit verschilt per gemeente. We hebben teams die zijn opgesplitst in vergunningverlening, toezicht en handhaving.”
Welke rol vervul jij hierin als toezichthouder?
“Ik ben nu vierenhalf jaar agrarisch toezichthouder milieu bij ODMH. We voeren niet alleen controles uit bij agrarische bedrijven, maar bijvoorbeeld ook bij houtbewerkingsbedrijven, autobedrijven en scholen met grote koelinstallaties. Eigenlijk bij alle bedrijven met milieubelastende activiteiten. Ik doe onder andere periodieke milieucontroles bij agrarische bedrijven om zo de milieutaken uit te voeren die de gemeenten bij de omgevingsdienst hebben ondergebracht. We houden toezicht op alle milieubelastende activiteiten. Meestal ga ik alleen op pad, maar soms neem ik iemand mee.”
Welke andere specialismen zijn er bij de omgevingsdienst?
“Andere specialismen zijn afvalverwerking, omdat we ook grote afvalinzamelaars hebben. Een team Energie dat energiecontroles uitvoert. En daarnaast nog Bouw- en woningtoezicht. We hebben ongeveer 250 tot 300 medewerkers. In totaal zijn er 25 toezichthouders Milieu en het agrarisch team bestaat uit vier toezichthouders, twee vergunningverleners en juristen. We zijn daarmee vrij klein. In bijvoorbeeld Brabant, Gelderland en Limburg zijn er meer agrarische toezichthouders, omdat daar veel meer en grotere agrarische bedrijven zijn. We zijn trouwens bij de ODMH altijd op zoek naar nieuwe mensen.”
“Soms is iemand heel boos. Maar als je het gesprek aangaat, voel je vaak waar de pijn zit”
Hoe houd je toezicht?
“We krijgen als toezichthouders een jaarprogramma van de gemeente waarin alle adressen staan die we dat jaar moeten bezoeken. Aan de hand van dit programma maak ik een dagindeling met de locaties die ik op die dag wil bezoeken. Deze bezoeken bereid ik voor aan de hand van ons dossier. Hierin staan onder andere alle milieuvergunningen en/of meldingen en een checklist. In deze checklist staan alle milieubelastende activiteiten waaraan ik het betreffende bedrijf wil toetsen.”
Hoe gaat zo’n controle in de praktijk?
“Als ik een controle voorbereid, kijk ik in het dossier wat er bekend is qua meldingen en vergunningen voor milieu. Soms is er overlap of verwarring met de Wet natuurbeschermingsvergunning. Dit kan ertoe leiden dat mensen denken dat met die natuurbeschermingsvergunning ook de milieuaspecten gedekt zijn. Terwijl bepaalde milieuaspecten juist onder een andere vergunning vallen. Daarom ga ik langs bij een bedrijf en werk ik de checklist af. Als er een overtreding is, sturen we vaak eerst een brief met daarin een termijn waarbinnen het probleem moet worden opgelost.”
Gaan jullie ook na of het wordt opgelost?
“Zeker. Als de termijn is verstreken doe ik opnieuw een controle. Is het probleem opgelost, dan sturen we een brief om te bevestigen dat alles in orde is. Is het niet opgelost, dan starten we de handhavingsstrategie. Die strategie is afhankelijk van wat er aan de hand is. Stel dat het houden van dieren niet goed is gemeld, maar er ooit wel een melding is gedaan, dan weegt dat minder zwaar dan bijvoorbeeld een vaste mestopslag die in de bodem lekt. Het gedrag van de ondernemer speelt ook een rol.”
Wat bedoel je daarmee?
“Als iemand goedwillend is, aangeeft tijdelijk geen geld te hebben maar wel met een oplossing komt, is dat anders dan iemand die niet wil meewerken. Dat heeft invloed op hoe we verder gaan. Is het probleem nog steeds niet opgelost na de vastgestelde termijn, dan sturen we een ‘voornemen last onder dwangsom’ en krijgt iemand weer een aantal weken om het op te lossen. Daarna kan er een dwangsom volgen. We voeren altijd controles uit om te kijken of het probleem is opgelost.”

En boetes?
“Nee, het is meer een herstelprocedure. Ons toezicht is niet gericht op straffen of het opleggen van boetes. Dat is in ieder geval niet mijn uitgangspunt. Het gaat ons om het oplossen van de problemen. Als de overtreding niet wordt opgelost, zetten we dwangmiddelen in zoals een last onder dwangsom. Persoonlijk kijk ik liever naar hoe de situatie kan worden opgelost, ik wil graag meedenken in oplossingen.”
Is het lastig om die goedwillendheid te beoordelen?
“Dat doe je door goed te observeren tijdens de controles. Als toezichthouder moet je ook mensenkennis hebben en de situatie goed kunnen inschatten. Soms is iemand heel boos. Maar als je het gesprek aangaat, voel je vaak waar de pijn zit. Bijvoorbeeld als iemand in de problemen zit door zijn stikstofvergunningen, weinig geld heeft en zijn bedrijf moet sluiten. Als de omgevingsdienst dan ook nog eens komt met de boodschap dat de mestopslag niet voldoet, kan iemand boos reageren. Het is belangrijk om dat verhaal te begrijpen.”
Wie krijgen in de praktijk te maken met ODMH?
“Iedereen die een milieubelastende activiteit uitvoert. Dit hoeft niet per se een bedrijf te zijn. We hebben bijvoorbeeld ook particulieren die tien paarden houden, die krijgen ook te maken met ons. Maar we houden wel rekening met de schaal. Je moet wel een bepaald aantal dieren hebben, voordat wij het als een milieubelastende activiteit beschouwen. We komen bijvoorbeeld niet langs voor twee stuks jongvee. De milieubelastende activiteiten voor het houden van dieren kunnen zijn: het opslaan van (vaste) mest, het opslaan van kuilvoer of vast bijvoer, emissiearme stalsystemen en het in werking zijn van een luchtwasser. Ook zijn er milieubelastende activiteiten waar ik op toets die niet per se alleen voor de agrarische sector gelden. Zoals het in werking hebben van een koelinstallatie, een (mobiele) dieseltank en het opslaan van gevaarlijke of bodembedreigende stoffen.”
Wat zijn de wettelijke kaders waaraan jij toetst?
“Per 1 januari 2024 geldt de Omgevingswet. Dat is onze leidende wetgeving waaraan het Besluit activiteiten leefomgeving is gekoppeld. Daarnaast hebben we ook te maken met de omgevingsplannen van de gemeente. Daar kunnen we ook op toetsen als we in het Besluit activiteiten leefomgeving niet precies vinden wat we nodig hebben.”
Hebben jullie te maken met andere toezichthouders?
“We doen soms gezamenlijk toezicht met het waterschap. Dan gaan we echt samen op pad en voeren we tegelijk onze controles uit. Dat werkt heel goed. We doen ook signaaltoezicht naar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Als wij bijvoorbeeld iets zien qua dierenwelzijn geven we dat door. Of als de mestopslag er slecht bij ligt, waardoor percolaatwater in de bodem komt. Dit geven we ook door aan de NVWA of het waterschap. We werken ook samen met andere omgevingsdiensten.”
“Bedrijven worden overspoeld door veel en snel veranderende wetgeving”
En wie houdt toezicht op jullie als toezichthouders?
“De omgevingsdienst legt verantwoording af aan het algemeen bestuur van de omgevingsdienst. In dat bestuur zitten de wethouders van de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de omgevingsdienst. Deze wethouders leggen vervolgens verantwoording af aan de gemeenteraad en de Provinciale Staten. Twee maanden geleden ging de wethouder van de Krimpenerwaard met mij mee op controle. Dat is waardevol, omdat het hem een goed beeld geeft van wat wij eigenlijk doen.”
En komen er vaak bevindingen uit controles?
“Als ik een rapportage opmaak, kom ik altijd wel iets tegen. Zelden is alles in orde. Dat komt vaak doordat bedrijven afwachtend zijn. Als iets jarenlang hetzelfde blijft, moet het van een buitenstaander komen die vertelt dat het niet goed is. Dat kun je bedrijven niet kwalijk nemen, omdat ze overspoeld worden door veel en snel veranderende wetgeving.”
Zijn er lessen die jij interne auditors wil meegeven?
“Het werk van de omgevingsdienst is vaak onbekend. Wat ik belangrijk vind in mijn werk is een goed contact opbouwen met de ondernemer en het bedrijf leren kennen. Niet alleen maar je lijstje afgaan, maar ook echt contact maken. Dat is belangrijk voor het vervolg. Aan het eind van de controle vraag ik altijd of er nog vragen zijn. Ik bedank ze voor hun tijd en bied aan om langs te komen met een vergunningverlener als er vragen zijn. Dat voorkomt veel problemen. In het verleden heb ik vaak gezien dat bedrijven een vergunning indienen zonder vooraf met ons te overleggen. Dat leidde vaak tot gemiste punten die eenvoudig te voorkomen waren.”
Zie je jezelf dit werk nog over tien jaar nog doen?
“Jazeker, maar dan misschien wel in een andere regio. Als je bedrijven om de vijf jaar bezoekt, en voor de derde keer bij hetzelfde bedrijf komt, is het misschien tijd om naar een andere regio te gaan. Maar het werk zelf is heel leuk. Ik ben veel buiten. En het fijne is dat ik veel autonomie heb. Ik kan zelf mijn agenda plannen. Dus agrarisch toezichthouder, ja het bestaat. En bovenal: het is leuk!”
Over
Nouschka Beck is agrarisch toezichthouder Milieu bij Omgevingsdienst Midden-Holland. Daarvoor werkte ze onder andere als omgevingsadviseur Milieu bij Exsin.
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.