Auditors, verleg je grenzen!
Met de Olympische Spelen in het vooruitzicht spreken we met de voorzitter van het NOC*NSF, Anneke van Zanen-Nieberg. Over integriteit, dichtbij jezelf blijven, vertrouwen boven regels, het nut van sporten en presteren binnen de grenzen, terwijl je ook je grenzen wilt verleggen.
Wie is Anneke van Zanen-Nieberg?
“Ik ben opgeleid tot registeraccountant en heb zowel in de publieke als private sector gewerkt. In mijn tijd bij PwC is mijn liefde voor de overheid ontstaan. Daarnaast ben ik directeur geweest bij de Algemene Rekenkamer en heb ik de Auditdienst Rijk als directeur opgezet. Dat was een ingewikkelde en mooie opdracht. Vervolgens heb ik een jaar als CEO bij Baker Tilly gewerkt. Op dit moment ben ik twee dagen in de week topconsultant bij Vanberkel Professionals, waar ik resultaatgerichte opdrachten uitvoer. Verder ben ik lid van de raad van commissarissen bij Haag Wonen en Pels Rijcken. En als laatste ben ik voorzitter van het NOC*NSF. Dat is een onbezoldigde functie. Met de Olympische Spelen in aantocht is mijn belangrijkste taak om op de hoogte te zijn van wat er speelt en er staan als het nodig is.”
Hoe omschrijft u uzelf?
“Dat laat ik graag aan anderen over. Ik heb weleens gelezen dat mensen mij zien als vakvrouw, die authentiek, no nonsense en betrouwbaar is. Ik zeg eigenlijk altijd: ‘Ik ben vooral altijd mezelf’.”
U stipte net Baker Tilly aan en de keuze voor het NOC*NSF. Vertel eens
“Toen ik CEO was bij Baker Tilly kwam de vacature vrij voor de functie van voorzitter van het NOC*NSF. Daar heb ik formeel op gesolliciteerd en dat heb ik ook intern aangegeven. Er was tijdens de hele sollicitatieprocedure intern geen enkel signaal dat dit een probleem zou zijn. Alleen op het moment dat ik in de afrondende fase zat, wilde Baker Tilly geen afspraken maken. Voor mij is vertrouwen de basis voor een goede samenwerking. Als die basis er niet is dan houdt het op. Uiteindelijk is het dan een rationele afweging. Ik vond en vind het overigens wel jammer dat ik de klus niet af heb kunnen maken. Baker Tilly is een mooie organisatie en verdient al het goede.”
“In Nederland is er sprake van een grote beweegarmoede. Het is een belangrijke taak van het NOC*NSF om mensen weer in beweging te krijgen”
Wat kunt u vertellen over uw opdracht bij NOC*NSF?
“Het leiden van NOC*NSF is een mooie uitdaging. NOC*NSF is de sportkoepel van de georganiseerde sport in Nederland met de ambitie om het sportiefste land te worden in 2032. Dat doen we door middel van ambities op het gebied van Topsport (Top-10) en door het inzetten van de fijnmazige verenigingsinfrastructuur die Nederland kent. En daarin hebben we natuurlijk uitdagingen. In Nederland is er sprake van een grote beweegarmoede. Het is een belangrijke taak van het NOC*NSF om mensen weer in beweging te krijgen. Daarnaast is een taak om de aangesloten bonden, dat zijn er 77, allemaal actief achter onze strategie te krijgen en te houden. Samen maken en hebben we veel impact.”
Wat zijn uw belangrijkste uitdagingen en verantwoordelijkheden als voorzitter van NOC*NSF?
“Te zorgen voor een stevig fundament en continuïteit. Hierbij is het belangrijk dat de organisatie goed staat, de accommodaties in orde zijn en de governance en infrastructuren functioneren. Daarnaast is financiële continuïteit en de relaties met stakeholders, zoals de Rijksoverheid van belang. Verder is het noodzakelijk om als voorzitter in verbinding te blijven met de leden van de Olympische en Paralympische ploeg, de 77 bonden en ook met internationale (sport)instellingen. Dat vraagt veel representatie. Naast het representatiewerk zijn het bepalen van de strategie, toezichthouden en het aanstellen van de algemeen directeur de belangrijkste taken van het bestuur.”
Welke invloed heeft COVID-19 gehad op sport?
“Een hele grote invloed. Sport werd ook stilgelegd. Bij het opstarten van de activiteiten waren er verschillende protocollen per fase. De impact was giga. De sportbonden hebben in deze periode veel leden verloren en die zijn nog niet allemaal teruggewonnen. Daarnaast was en is de impact op de gezondheid, zowel mentaal als fysiek, groot. Er ontstonden enorm rare discussies wat wel kon en wat niet kon. Zo kon er wel een schaatswedstrijd gereden worden met een paar honderd mensen, maar het roeien kon weer niet in verband met de verplichte afstand in de boot.”
Dat is inderdaad bijzonder
“Een aantal ministeries, waaronder het ministerie van VWS, heeft diverse sectoren uitgenodigd voor een evaluatie, zoals bijvoorbeeld horeca en transport. Ik was ook bij deze evaluatie. Waar andere sectoren zich behoorlijk negatief uitten, heb ik – zoals de sport eigen is – ook de positieve punten benoemd. Zo hebben we nog nooit zoveel Olympische medailles gewonnen als in Tokyo. En ja, dat was niet fijn door alle maatregelen (elke dag testen en zonder publiek), maar de prestaties waren er in veel gevallen niet minder om.”
Positief?
“Ja, als je ziet hoe wendbaar de sector sport zich heeft gemanifesteerd in deze periode. Veel dingen werden snel geregeld, bijvoorbeeld als er nieuwe richtlijnen kwamen. Er werd vanuit de sport vooral gekeken naar wat er wel kon. Waarbij het natuurlijk wel zo is dat meer mensen individueel zijn gaan sporten en er nieuwe initiatieven gestart zijn. Bijvoorbeeld balkonbewegen, maar ook fietstools hebben een enorme run gemaakt.”
Nog meer positiefs?
“Het is ook positief dat sport, maar ook muziekpodia, mensen in verbinding brengt. Op de sportvereniging is er ruimte voor een goed gesprek tijdens het drinken van een kop koffie of tijdens de derde helft. Sportverenigingen zijn hierdoor het cement van de samenleving. Maar er komt veel bij kijken, dit gaat niet vanzelf. Er komt veel op de schouders van vrijwilligers en die zijn steeds lastiger te vinden. Mensen willen vaak minder verplichtingen en meer vrijheid, dus meer mensen zijn ook gaan sporten bij commerciële clubs, zoals sportscholen. Uit onderzoek blijkt wel dat mensen die bij een vereniging sporten dat vaak langer en meer doen, omdat de sociale cohesie ook belangrijk is.”
“Wees respectvol naar jezelf en naar anderen. Naar jezelf: doe alleen de dingen die je weet. Naar anderen: ongeacht met wie je aan tafel zit, voer een goed gesprek”
U bent zowel bestuurder als toezichthouder. Wat maakt deze combinatie interessant?
“Als bestuurder ben ik meer bezig met keuzen voor de uitvoering en als commissaris houd je meer toezicht of de uitvoering goed gaat. In die rol faciliteer ik de bestuurders om de goede dingen te kunnen doen. Als commissaris moet je ook gerichte moeite doen om in verbinding te blijven met de organisatie, omdat je dan meer op afstand staat. Binnen NOC*NSF zijn we nu nog een formeel verenigingsbestuur, maar gezien de aard en omvang van de activiteiten zijn we een stap naar een raad-van-toezichtmodel aan het voorbereiden.”
Wat is daar de reden voor?
“Binnen een vereniging draagt het bestuur de volledige verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de vereniging. Gezien de aard en omvang van het NOC*NSF is dat eigenlijk een dagtaak; dat kun je niet van een vrijwilliger vragen. De begroting van het NOC*NSF is 150 miljoen euro en er zijn circa 250 medewerkers. Om de verantwoordelijkheid te kunnen dragen, hebben we een groot mandaat aan de algemeen directeur van NOC*NSF gegeven. Wij, het bestuur, houden daar toezicht op. We functioneren eigenlijk al min of meer als een raad van toezicht, alleen omdat NOC*NSF een vereniging is noemen we het een bestuur.”
U was onder andere algemeen directeur van de ADR en heeft een rijke ervaring op het gebied van auditing. In hoeverre draagt die bij aan uw rol als bestuurder?
“Audit is een mooi vak en er is een aantal zaken die ik altijd meeneem. Het is van belang dat je zorgt dat iedereen die aan tafel zit, aangehaakt is en respecteert. Daarnaast is integriteit een belangrijke voorwaarde als auditor. Verder betrouwbaarheid: doe wat je zegt en zeg wat je doet en als laatste respect. Wees respectvol naar jezelf en naar anderen. Naar jezelf: doe alleen de dingen die je weet. Naar anderen: ongeacht met wie je aan tafel zit, voer een goed gesprek.”
Het thema van het IIA Congres dit jaar was Conformance & Performance. Wat vindt u daarvan?
“Ik zie conformance als het voldoen aan regels en richtlijnen en performance als prestatie. Het is een keurige titel voor de ‘brave’ auditors. Maar als je er echt over in gesprek gaat, is het de vraag of iedereen er de uitdaging uithaalt om conformance niet de belemmering te laten zijn van een goede prestatie. En dus een mogelijkheid om een stap verder te komen als auditor.”
Hoe is dat vergelijkbaar met de wereld van topsport?
“Als je naar de Olympische Spelen gaat als atleet moet je je grenzen verleggen, zonder je grenzen te overschrijden. Denk bijvoorbeeld aan regels omtrent doping. Auditors krijgen opgelegde grenzen en moeten binnen deze grenzen presteren. Ook auditors kunnen binnen deze grenzen hun prestatie verbeteren. Als auditor heb je regels en richtlijnen waaraan je moet voldoen, maar je prestatie is het product dat je levert. Daar zit de ruimte. Bijvoorbeeld door verschil te maken in je rapportage en goede voorbeelden te delen.”
Wat wilt u onze lezers meegeven?
“Laat conformance je vooral niet beperken in je eigen performance en kijk waar rek in zit. Wees daarnaast elke dag nieuwsgierig naar hoe je dingen beter kunt doen dan gisteren. Blijf denken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Zelf alert zijn op je eigen grenzen en stel vertrouwen in elkaar boven regels. Regels en administratieve last hebben ook voor auditors een enorme vlucht genomen. Wees kritisch wat je daarin wel en wat je niet hoeft te doen.”
Over
Anneke van Zanen-Nieberg RA is topconsultant bij Vanberkel Professionals en is voorzitter van het NOC*NSF. Daarnaast is zij commissaris bij Haag Wonen en Pels Rijcken en was zij de eerste directeur van de Auditdienst Rijk.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
Wat kun je als auditor met systemisch werken?
Al eens gehoord van systemisch werken, familieopstellingen of organisatieopstellingen? Deze kijk op organisaties krijgt steeds meer bekendheid. Tijd voor de auditor om kennis te maken met systemisch werken.
Lees meerAuditen op basis van dialoog
Er ontstaan steeds meer samenwerkingsverbanden tussen zorg en onderwijs, arbeidstoeleiding en wonen. In de praktijk blijkt dat in deze samenwerkingsverbanden de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van de cliënt niet goed geregeld zijn. Hoe kan dit?
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.