ABN Amro’s bijdrage aan de netto-nul-economie in 2050
Eind 2022 publiceerde ABN Amro haar klimaatstrategie en zet daarmee een volgende stap in de klimaatreis met als doel een transitie naar de netto-nul-economie in 2050. De vraag komt dan op: wat draagt een bank eigenlijk bij aan duurzaamheid? En concreet, bij ABN Amro? En wat doet internal audit dan? Rob Sweitser, voormalig CAE, en Jan Stoker, auditmanager Group Audit van ABN Amro, geven antwoord.
Een gesprek op het hoofdkantoor van ABN Amro op de Amsterdamse Zuidas. We worden ontvangen aan de receptie, voor een wand vol met groene planten. We krijgen koffie en lezen op een bordje dat het toch vooral de bedoeling is om een recyclebare beker te gebruiken in plaats van een weggooikartonnetje. Uiteraard staan er gescheiden bakken voor afval. Zo op het oog lijkt duurzaamheid hier dus geen loos begrip.
Wat hebt uzelf met duurzaamheid?
Rob Sweitser (RS): “Op de middelbare school werd ik gegrepen door het rapport van de Club van Rome: Grenzen aan de groei. Dat verhaal is blijven hangen. Het is een rapport uit 1972 en er is veel gebeurd sindsdien, maar het probleem is gebleven. Tijdens mijn studie economie inspireerden vakken over welvaart en sociale ongelijkheid mij. Mijn moeder gaf me mee om mijn talenten te gebruiken voor de maatschappij; dat je als individu een verantwoordelijkheid hebt.”
Robert Sweitser: “Internal audit is in mijn ogen het mooiste vak dat er is. Je mag je overal mee bemoeien”
RS: “Tijdens mijn loopbaan heeft mijn tijd bij Westpac, een van de grote banken in Australië, mij hierin verder gevormd. Westpac werd als bank, nota bene net na de global-financialcrisis, in 2014 uitgeroepen tot ‘the most sustainable company in the world’. Het ‘doing the right thing’ zat verweven in ons DNA. Het mooie was dat ik, als general manager Group Assurance, ook een bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid kreeg. Zo werd ik gevraagd de Westpac Bicentennial Foundation mede op te zetten, een stichting die voor een eenmalige gift van 100 miljoen Australische dollars een letterlijk oneindige stroom aan studiebeurzen verstrekt aan de ‘toekomstige leiders van Australië’.”
Bent u het duurzaamheidspad blijven volgen?
RS: “Terug in Nederland wilde ik dat ‘doing the right thing’ vasthouden. In een gesprek met Kees van Dijkhuizen, toen CEO van ABN Amro, hadden we het uitgebreid over de sustainabilitystrategie. Omdat de bank hier echt in voorop wil lopen en een bank ook impact heeft op dit vlak, besloot ik (weer) aan de slag te gaan als CAE bij ABN Amro. Internal audit is in mijn ogen het mooiste vak dat er is. Je mag je overal mee bemoeien. Je kunt de langetermijnwaardecreatie vanuit elk perspectief onderzoeken. Je kunt in detail, heel feitelijk onderzoek doen én ook weer uitzoomen om zaken in de context en in een breder maatschappelijk, sociaal, ethisch perspectief te plaatsen. Een prachtige kans om in de rol van CAE impact te hebben binnen ABN Amro, en breder, in de maatschappij.”
Wat is de impact van een bank?
RS: “Financiële instellingen kunnen een belangrijke rol spelen in het realiseren van een meer duurzame, sociale maatschappij. Banken hebben een belangrijke rol in de allocatie van geld en middelen en het beprijzen van risico’s. Niet-duurzame activiteiten, zoals bijvoorbeeld milieuvervuilende activiteiten of andere activiteiten die leiden tot maatschappelijke en sociale kosten, moeten meegenomen worden in de beprijzing van risico’s. Op die manier stijgen de kosten voor financiering voor ‘vervuilers’. Hierdoor ontstaat een spiraal van gewenst gedrag, een incentive tot duurzaam ondernemen. Naar mijn mening is daarbij wel regelgeving, transparantie en toezicht door de overheid nodig.”
Hoe bepaalt ABN Amro wat duurzaam is?
RS: “Ons overkoepelende doel is de transitie naar duurzaamheid te versnellen. Daarom maken we duurzaamheid tot een integraal onderdeel van onze dienstverlening. We focussen ons daarbij op drie thema’s: klimaatverandering, circulaire economie en social impact. Er zijn zeventien sustainable development goals door de Verenigde Naties benoemd. Dus ja, dan laat je wellicht andere liggen. In die zin kun je het niet snel goed doen voor de buitenwereld. En daarnaast speelt ook: wat is dan duurzaam? Het is goed dat er op Europees niveau gewerkt wordt aan een EU-taxonomie. Het is nodig dat binnen Europa bedrijven, waaronder banken, dezelfde methodiek hanteren en dezelfde taal spreken om verantwoording af te kunnen leggen over hun duurzaamheidsbeleid.”
Wat doet ABN Amro concreet?
RS: “We kunnen de meeste impact maken door onze klanten te helpen met verduurzamen. Daarom bieden we hen advies en ontwikkelen we duurzame producten en diensten. Zoals een aanvullende hypotheek om duurzaamheidsinvesteringen te doen in je woning die een gunstigere rentevoet kent dan een hypotheek die niet gebruikt wordt voor duurzaamheidsinvesteringen. Maar denk ook aan producten en diensten die de mogelijkheden en kansen vergroten voor kwetsbare groepen zoals mensen met een beperking, laaggeletterden of arbeidsmigranten. Dat heeft alles te maken met social impact. Daarnaast verkleinen we ook onze eigen ecologische voetafdruk en investeren we in circulariteit, diversiteit en inclusiviteit.”
Hoe beoordelen jullie investeringen?
Jan Stoker (JS): “We werken als bank met een value creation model dat is gekoppeld aan onze doelstelling ‘Banking for better, for generations to come’. Voor alle bronnen (manufactured, financial, intellectual, human, social and natural) moet duidelijk zijn wat de kosten zijn en wat het oplevert. Uiteindelijk moet dit waarde in de brede zin van het woord opleveren. Dat is rendement en maatschappelijk nut. Dat betekent dat er bedrijven kunnen zijn waarin je niet wilt investeren, omdat zij de energietransitie niet (willen of kunnen) maken.”
Jan Stoker: “We werken als bank met een value creation model dat is gekoppeld aan onze doelstelling ‘Banking for better, for generations to come’”
Hoe ver kun je daarin gaan?
RS: “Uiteindelijk heel ver, maar allereerst heb je als bank mee te bewegen in de transitie en deze te versnellen. De vraag is of het fair is om de normen die nu gelden af te rekenen op basis van de beslissingen die bedrijven – en breder, de politiek en de maatschappij – hebben genomen op basis van de normen van vroeger. Je kunt niet zonder consequenties vandaag de stekker uit een lopende financiering trekken. Ook omdat je te maken hebt met spaargeld. Het kan niet zo zijn dat spaarders de dupe worden van zo’n beslissing. Het vraagt om balanceren en het zoeken naar antwoorden op vragen als: wanneer doet een bedrijf voldoende?, Is het snel genoeg?’ Je moet als bank ook voldoende renderen voor bestaansrecht op de lange termijn.”
JS: “We moeten waarde creëren die goed is voor alle stakeholders, zowel voor de aandeelhouder, als voor de maatschappij en voor het milieu.”
Wat ziet u als uitdaging?
RS: “Ik geef je het voorbeeld van mijn dieselauto. Die kocht ik in 2011 en ik dacht toen goed bezig te zijn. Het was de schoonste en zuinigste in zijn soort, hij kreeg regelmatig onderhoud en ik gooide er de schoonste diesel in. In de loop der jaren zijn we hier anders over gaan denken. Dus ik heb hem verkocht en rijd nu elektrisch. Maar is dat dan te kwalificeren als een duurzame beslissing? De maatschappij is er geen steek verder mee geholpen, want die vervuilende diesel rijdt nog steeds rond en de vraag is of wel het dure onderhoud plaatsvindt en de duurdere dieselvariant erin gaat. Wat is er dan ten positieve veranderd?”
RS: “Hetzelfde geldt voor bedrijven. Als DSM zijn petrochemische activiteiten verkoopt aan een buitenlandse partij en verder gaat als volledig groen bedrijf bestaat haar nalatenschap nog steeds. Hoe ga je daarmee om? Hoe worden dit soort vragen beantwoord in de verantwoording, welke normen ga je hanteren? Dit zijn nieuwe ethische vragen en het wordt een heidens karwei om de regulering die gaat over duurzaamheidsverantwoording hierop aan te passen.”
Hoe raakt dit internal audit?
RS: “Internal audit kan hier grote waarde leveren. Niet door specifiek op deze vragen antwoorden te geven, maar door de goede vragen te stellen. Wij zitten ín de organisatie. Wij kunnen iets zeggen over de kwaliteit van de interne huishouding. De vraag kwalitatief benaderen en niet kwantitatief. De dialoog aangaan met de board. Vaststellen wat de route naar de duurzaamheidsdoelen is en of die omkleed is met de benodigde waarborgen. Is iedereen betrokken die betrokken moet zijn? Is tegenspraak mogelijk? Dit zijn vragen waar internal audit zich op kan en moet richten in mijn optiek.”
Doen jullie dit ook?
JS: “Zeker. Momenteel zit de bank in het proces van totstandkoming van de nieuwe klimaatstrategie. Wij zijn aangesloten als ‘observer’ bij de program board waarin we proactief meedenken en ‘challengen’. Dat hebben we zelf geïnitieerd, maar daar is ook vraag naar. We zijn gezaghebbend binnen de organisatie, er wordt naar ons geluisterd. Onze auditrol is daarnaast om vast te stellen hoe dit proces loopt. Worden de goede vragen gesteld? Wordt iedereen betrokken die nodig is? We zijn recentelijk een review gestart met specifieke aandacht voor de beschikbaarheid van data, zowel binnen de bank als bij klanten. Het gaat niet alleen om het borgen dat de route naar de strategie juist is en zorgvuldig is afgewogen, maar ook dat de strategie goed geïmplementeerd wordt.”
Hoe komt duurzaamheid terug in de audits?
RS: “In iedere audit kijken we naar duurzaamheid. Waar we dan precies naar kijken is afhankelijk van de risicoanalyse voor de specifieke scope. Maar we moeten er verplicht over rapporteren. Sustainability is naast bijvoorbeeld governance, datakwaliteit en compliance een verplicht onderdeel in elke audit. Je vindt deze aspecten terug in de auditopdracht, het werkprogramma en in de auditrapportage. Zo kijken we bij bijvoorbeeld in een audit naar het beloningsbeleid naar sociale aspecten. Het gaat dan over gelijke betalingen en gelijke kansen. Het directe effect is dat de sustainabilitydoelstellingen in de risicoanalyse niet sneuvelen ten koste van controles op IT, krediet of compliance. Als je sustainability een ‘always to consider-onderwerp’ maakt dan bouwt zich gestaag een goede basis voor oordeelsvorming op de iets langere termijn.”
Moet iedere auditor iets afweten van duurzaamheid?
RS: “Ja, in de zin dat iedere auditor er iets mee moet in zijn audit. Dat kan betekenen dat je het opneemt in je personal development plan. Wat ik iedereen kan aanraden is de online training ‘Principles of sustainable finance’ van de Erasmus universiteit, waarbij je in een mum van tijd de basics kunt oppikken. En nee, in de zin dat we binnen Group Audit een sustainability circle hebben, een groep collegae die er veel meer expert in is. Zij volgen de wetgeving en wat de bank eraan doet. Zij adviseren en geven interne trainingen aan hun collega’s binnen Group Audit.”
Rob Sweitser: “Het gaat ABN Amro om langetermijnwaardecreatie, dat omvat meer dan de financiële component”
Wat doen jullie met de bevindingen met betrekking tot duurzaamheid?
RS: “Naast dat we uiteraard individuele bevindingen in audits bespreken met en terugkoppelen naar het betreffende management, kijken we ook naar alle bevindingen op het vlak van duurzaamheid als geheel. We gaan op zoek naar de rode draden en bekijken of we in onze audits voldoende aandacht besteden aan bijvoorbeeld de sociale versus de klimaatcomponent. Besteden we voldoende aandacht aan mensenrechten? Als aandacht achterblijft, waar komt dat dan door? We willen zo lessen trekken voor onszelf en daar waar nodig onze aanpak aanscherpen.”
En wat doet Group Audit aan duurzaamheid bankbreed?
JS: “Hier beoordelen we hoe duurzaamheid geborgd is in de governance. Hoe is de strategie vertaald in plannen, activiteiten, de hele plan-do-check-actcyclus. Het is niet aan ons om de strategie zelf ter discussie te stellen. Maar, zoals eerder aangegeven, stellen we wel de vragen om ons ervan te vergewissen dat het proces om te komen tot de norm goed is. Daarnaast voeren we bankbrede audits uit naar compliance met de corporate sustainability reporting directive (CRSD) en EU Taxonomy.”
Tot slot: hoeveel mag ESG kosten?
RS: “Het gaat ABN Amro om langetermijnwaardecreatie, dat omvat meer dan de financiële component. We hebben geen kostenplafond ten aanzien van ESG, maar tegelijk kunnen we onze ogen niet sluiten voor de kostencomponent. ABN Amro heeft een opgave om de kosten te reduceren, want die zijn nu hoog. Ikzelf ben van mening dat alles we doen in het licht van duurzaamheid de moeite waard is, omdat het gaat om de houdbaarheid van leven voor onze toekomstige generaties. Dat mag niet verloren gaan. Dat maakt alle kosten relatief. Tegelijk moeten we ook duurzaam zijn op de lange termijn en daarom financieel gezond. Het gaat om de vraag hoe je ervoor zorgt dat het en-en is en niet of-of.”
Over
Jan Stoker is senior auditmanager Group Audit en lead van de Sustainability Circle binnen Group Audit bij ABN Amro. Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring als auditor waarvan 20 jaar als internal auditor, vooral in de financial services.
Rob Sweitser werkt sinds 1997 bij ABN Amro, met een onderbreking van bijna 10 jaar, waarin hij chief audit executive was bij Westpac Banking Corporation.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
ESG is good business!
In gesprek over hoe op- en overslagbedrijf Koole Terminal de transitie heeft ingezet van fossiele naar hernieuwbare brandstoffenopslag.
Lees meerInternal audit moet ESG-integratie stevig ondersteunen
De talrijke woorden die al gewijd zijn aan de integratie van ESG-factoren in de strategie en operatie van organisaties worden inmiddels omgezet in daden. Wat is de rol van internal audit?
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.