Het vrije woord
Grote kans dat het gebruik van het ‘n-woord’ aanleiding geeft tot een shitstorm, zeker als je zelf, als auteur, niet van kleur bent. Over zwangerschap schrijven als man… problematisch. Over queer schrijven als hetero… idem. Over een paard schrijven kan alleen een paard.
Vandaar dat steeds meer kranten, omroepen en uitgevers, vooral ook die van kinderboeken, aan shitstormpreventie doen: ze hebben kostbare ‘diversity teams’ en ‘sensitivity readers’ in dienst genomen. Deze moeten bij elke tekst een scala van vragen afvinken: is het kwetsend? Is het discriminerend? Is het stereotyperend? Is het racistisch? Is het rolbevestigend? Is het stigmatiserend? Is het seksistisch?
O wee als een van de items bevestigend wordt beantwoord. Dan wordt het woord gewijzigd, de tekst aangepast tot een ieders tevreden politieke correctheid. Overigens wordt de lijst met ‘verboden’ woorden inmiddels steeds langer, ongeacht of het om het Nederlands, het Duits of het Engels taalgebied gaat. Woorden als ‘vrouw’, ‘zwart’, of ‘kreupel’ zijn overal problematisch. De lijst groeit dagelijks. Ik weet zeker dat elke lezer er zo een stuk of twintig kan opnoemen. Nu zelfs het kapitalisme woke heeft omhelsd, is er geen weldenkend mens meer die géén voorstander is van diversiteit en anti-discriminatie. Gelukkig maar.
Maar laten we eens even iets dieper kijken naar die bekommernis om politieke correctheid. Het is allereerst de Grondwet die in de democratie het recht op het vrije woord koestert. Ja, daar vallen alle woorden onder, ongeacht de gewijzigde maatschappelijke acceptatie van die woorden bij een specifieke groep. Bij een sociaal verbod op het gebruik van een aanzienlijk aantal gebrandmerkte woorden stopt het democratisch discours! Dan bepalen bepaalde subgroepen en groeperingen wat wel en wat niet mag worden gezegd. Het mondiaal politieke landschap is helaas, en in toenemende mate, bezaaid met voorbeelden van dit laatste.
Een democratie kan en moet menselijk lijden niet uitbannen. Dat is geen functie van een democratie. Voor een democratie moet er een hoge prijs worden betaald: ze moet de tegenstander of andersdenkende, hoe akelig ook, respectvol verdragen – anders is het geen democratie.
Maar er is nog een tweede argument. Diversity teams en sensitivity readers doen de zaak van tolerantie, die zij terecht prediken, niet alleen geen goed, ze wakkeren intolerantie juist aan. Totaal ineffectief dus: ze bereiken het tegenovergestelde van wat zij beogen. Hoe begrijpelijk ook dat minderheidsgroepen veiligheid zoeken binnen hun eigen identiteit – waar ze alle respect voor verdienen! – de valkuil is dat juist deze veiligheid het eigen zelf bevestigt. Hiermee wordt, dialektisch, ‘de ander’ gecreëerd, en ja, de ander is anders, niet ‘van ons’, hoort er dus niet bij. Er ontstaat een disfunctioneel ‘ons’. De vraag is of dit bijdraagt aan de sociale cohesie van een samenleving.
We hebben het in de geschiedenis zo vaak gezien; het begint met het verbieden van woorden. Dan worden boeken verbrand, niet alleen in Zweden of in Nazi-Duitsland. Ten slotte worden de auteurs ervan gevangengezet of gedood. Het einde van het vrije woord is het einde van de democratie.
Over
Dr. Michael M.Tophoff is klinisch psycholoog en theoloog. Hij doceert personal skills aan de UvA Business School (EMIA-EPDA) en is research fellow aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
Interne controle
Ethisch handelen wordt neergelegd in steeds meer regels, in externe standaarden. Maar helpen meer en meer regels?
Lees meer‘... helemaal zen!’
‘Ik voel me helemaal zen!’ In kantoortuin, op Twitter en Instagram, je komt het overal tegen, in de context van sauna, wellnesscenter of mindfulnesscursus – heerlijk relaxed en gelukzalig.
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.