Kunsten inzetten voor depolarisatie
‘When the debate is lost, slander becomes the tool of the user.’ Dit citaat, dat door de Griekse filosoof Socrates zou zijn verkondigd, wordt vaak gebruikt om aan te geven dat mensen opzettelijk schadelijke leugens verzinnen om een debat te winnen. Hoeveel waarheid die uitspraak wellicht ook bevat, de historische toeschrijving ervan aan Socrates is onjuist.
Hoewel Socrates deze uitspraak nooit heeft gedaan, gebruikten de grote redenaars uit het oude Griekenland wel vaak ‘alternatieve feiten’ en retorische trucs in hun toespraken en debatten om hun argument kracht bij te zetten. Zo stelt de Griekse filosoof Aristoteles in zijn beroemde werk Retorica, waarin hij ingaat op overtuigingstactieken, dat het er uiteindelijk niet om gaat wát het ethos van de spreker precies is, maar wélk ethos hij in zijn oratie weet uit te drukken. Debatteren heeft alles te maken met overtuigingskracht; de indruk wekken de waarheid te spreken. Ook als dat betekent dat je de waarheid soms een beetje naar je hand moet zetten.
De vervorming van de werkelijkheid in Athene speelde tevens een belangrijke psychologische rol, het hielp burgers om te gaan met de discrepantie tussen verwachtingen en werkelijkheid (Roisman, 2011). Door middel van publieke debatten werd een gedeelde waarheid ontwikkeld. Feiten, evenals de retorische vervormingen daarvan, waren daar onlosmakelijk mee verbonden.
Post-truthsamenleving
Hoe anders is dat in onze huidige post-truthsamenleving (McIntyre, 2018) waarin alternatieve feiten, verkeerd gebruikte citaten en laster ons debat juist vertroebelen. Het lijkt niet langer mogelijk om een onderscheid te maken tussen verwachtingen, realiteit en manipulatie. Debatten lijken ook niet meer het geschikte middel om een gemeenschappelijke waarheid te vinden. Integendeel, ze lijken de zaken vaak juist erger maken.
Illustratief is het coronadebat: de antivaxers verwijten overheid en media de bevolking te indoctrineren en vermoeden dat de vaccins gepaard gaan met microchips waarmee ‘het establishment’ de bevolking in de greep zou houden. Media zouden daarbij opzettelijk desinformatie verspreiden over het aantal besmettingen of het tekort aan ic-bedden. De voorstanders van vaccineren verwijten de anti-beweging niet voldoende op de hoogte te zijn van het gevaar van het virus en vooral gegrepen te zijn door waanideeën. Ze zouden te veel geconfronteerd worden met fake news, waardoor ze hun blik op de realiteit verloren zijn.
Debatten lijken niet meer het geschikte middel om een gemeenschappelijke waarheid te vinden. Integendeel, ze lijken de zaken vaak juist erger maken
Beide partijen betichten elkaar dus van het gebruik van desinformatie. Het debat, en de daarin dominante retoriek doorspekt met misinformatie en denigrerende labels (satan, gekkies), helpt niet om beide kampen nader tot elkaar te brengen. Het drijft ze eerder steeds verder uit elkaar. ‘When the debate is lost, slander becomes the tool of the user’ is weliswaar geen citaat van Socrates, maar goed van toepassing op veel hedendaagse debatten waarin niet het gezamenlijk zoeken naar gedeelde grond, maar het smaden van de ander centraal staat.
Dat beschimpen beperkt zich bovendien niet langer tot het debat, maar resulteert ook steeds vaker in rellen op straat, waarin niet zelden het ‘establishment’ rake klappen krijgt uitgedeeld.
Politiek van vervreemding
In zijn boek Urban Rage, The Revolt of the Excluded zoekt urbanoloog Dikeç naar verklaringen voor deze groeiende maatschappelijke tweedeling die overal in Europa resulteert in fysieke opstanden. Naar zijn idee erodeert het ideaal van gelijkheid in de liberale democratie en hebben regeringen te weinig gedaan om gemarginaliseerde groepen te erkennen.
Politiek filosoof Fukuyama spreekt in zijn laatste boek Identiteit (2020) zelfs van de politiek van vervreemding die hij vooral toeschrijft aan de liberale misvatting dat mensen een rationeel belang hebben bij een zo bevredigend mogelijk leven. Die premisse schiet tekort. Daarmee ontkent het liberalisme, volgens Fukuyama, dat een groot deel van het leven niet over economie gaat. In plaats daarvan zijn mensen op zoek naar respect en een gevoel van gemeenschap. Maar juist daarover gaat het te weinig in de huidige politiek.
Het gevolg is dat populistische leiders – wiens electorale succes ironisch genoeg toegeschreven kan worden aan diezelfde politiek van uitsluiting en vervreemding – een identiteitspolitiek voeren waar de gevestigde orde nauwelijks nog een antwoord op heeft. Er ontstaan steeds meer deelgroepen die allemaal op zoek zijn naar erkenning en die niet krijgen door de gevestigde orde. De identiteitspolitiek ontaard in sterk gepolariseerde debatten en conflicten zoals rondom de vaccins. Consensus is niet langer haalbaar, want over identiteit valt niet te onderhandelen.
Erkennen van het verschil
We moeten daar ook niet over onderhandelen, is het antwoord van filosofe Chantal Mouffe. Voor het revitaliseren van de democratie moeten we juist de identiteitsconflicten erkennen. De agonistische filosofie van Mouffe pleit voor het erkennen van het conflict als een wezenlijk onderdeel van de democratie. Politiek is een voortdurende strijd waarin verschillende standpunten naast elkaar kunnen bestaan, maar waarbij er rondom besluitvorming altijd verliezers zijn. Mensen zullen volgens Mouffe ook bij tijdelijke consensus hun eigen interpretatie hebben over de manier waarop besluiten tot stand komen, en daarbij een gebrek aan erkenning ervaren. De huidige politiek zou dan ook verschillen en de pijn die gepaard gaat met besluitvorming beter moeten erkennen.
Daartoe hebben we volgens Mouffe andere gespreksvormen, regels en een nieuwe debatruimte nodig Journalisten, maar vooral ook kunstenaars hebben daarin een belangrijke rol. Journalisten hebben de taak om juist de verschillen – en de daarmee gepaard gaan de emoties – goed te belichten. De uitdaging daarbij is om complexe discussies niet te versimpelen tot zwart-witkeuzen, of twee kampen die tegenover elkaar staan (de believers versus antivaxers), maar juist het uitdiepen van de diverse onderliggende waardeconflicten.
Volgens Fukuyama ontkent het liberalisme dat een groot deel van het leven niet over economie gaat. Mensen zijn op zoek naar respect en een gevoel van gemeenschap
‘My country talks initiative’
Een mooi voorbeeld daarvan is het in 2017 door de Duitse krant Die Zeit geïnitieerde ‘My Country Talks Initiative’ dat in diverse landen navolging vond. Om de gepolariseerde opvattingen van Duitsers rondom immigratie of klimaatverandering te onderzoeken organiseerde de media gesprekken waarvoor burgers met sterk uiteenlopende visies werden uitgenodigd.
Gebaseerd op inzichten uit conflictstudies waren spelregels opgesteld waaraan de deelnemers zich moesten houden, waaronder het actief luisteren naar de ander, het niet beoordelen van de gesprekspartner, maar ook het leren verplaatsen in elkaars perspectief. Juist het maken van die oversteek kan resulteren in meer begrip over waar de verschillende opvattingen vandaar komen. En juist dat begrip, de erkenning van het verschil, is essentieel.
Artistiek activisme
Met name met betrekking tot laatstgenoemd aspect ziet Mouffe vooral ook een grote rol voor de kunsten, omdat juist die ons kunnen helpen om emoties, die een cruciale rol spelen in elk debat, een plek te geven. Kunstzinnige en artistieke praktijken kunnen, omdat ze appelleren aan emoties, volgens Mouffe helpen om beter om te gaan met weerstand. Door gebruik te maken van middelen die emotionele reacties opwekken zijn kunstenaars in staat mensen op affectief niveau te bereiken. En juist het aanspreken van die emoties is zo belangrijk in de huidige complexe identiteitspolitiek.
Breder begrip en acceptatie
De kunsten vat Mouffe breed op, ook design- of muziekpraktijken worden ertoe gerekend. Een goed voorbeeld van hoe dergelijke praktijken het debat kunnen versterken, zijn de muzikale en theatrale voorstellingen die de Nederlandse componist Merlijn Twaalfhoven wereldwijd uitvoert in conflictgebieden. De voorstellingen van Twaalfhoven, waarbij het publiek vaak zelf actief mee creëert aan de voorstelling, zijn niet gericht op het bereiken consensus, maar zetten in op een breder begrip en acceptatie tussen gedeelde en afwijkende waarden.
Zo componeerde hij bijvoorbeeld ‘Long distance call’ in Cyprus waarbij hij muziek inzette om juist ook het verschil tussen de Turks- en Grieks-Cyprioten invoelbaar te maken. De Turken en Griekse Cyprioten zongen daarbij ieder vanaf hun eigen daken “waarbij de afstand voelbaar was; de stem die niet hoorbaar was vormde een cruciaal element in de voorstelling”, aldus Twaalfhoven. “Kunst is een manier om scherper te kijken.”
Die uitspraak zou Mouffe als muziek in de oren klinken, want behalve als noodzakelijke gespreksvorm ziet Mouffe de kunsten als een manier om de bestaande hegemonie uit te dagen. Ze pleit dan ook voor een vorm van artistiek activisme, ‘artivism’, waarbij debatten door middel van de kunsten geactiveerd worden (2013, p 97).
Door gebruik te maken van middelen die emotionele reacties opwekken zijn kunstenaars in staat mensen op affectief niveau te bereiken
‘Cultural jamming’
Als voorbeeld verwijst ze naar de Yes Men, een Amerikaanse groep activisten die zogeheten ‘cultural jamming’ inzet voor identiteitscorrectie. Culture jamming bestaat uit een mix aan experimentele communicatiestrategieën waarmee geparodieerd wordt op merkbeelden en iconen van de consumptiecultuur.
De Yes Men zet deze uitdagende strategie in om machtige organisaties als de World Trade Organisation (WTO) of invloedrijke figuren die het neoliberalisme bevorderen te bekritiseren. Daartoe meten ze zichzelf de identiteit van die organisaties aan door bijvoorbeeld een fake website van de WTO te bouwen. Vervolgens laten ze zich uitnodigen als spreker op congressen om daar als fake vertegenwoordigers van de WTO correcties aan te dragen. Daarmee dragen ze via kunstzinnige vormen actief bij aan het uitdagen van de bestaande hegemonie. Ironisch genoeg wordt daarin dus fake news ingezet als middel om de realiteit te bevragen.
Discrepantie verwachtingen en realiteit
De uitdaging voor een beter debat ligt kortom in het ontwikkelen van nieuwe journalistieke en artistieke gespreksvormen waarbij we meer begrip voor verschil opbrengen. Waarin we niet langer door middel van ‘slander’, maar met inzet van kunst en journalistiek op zoek gaan naar gedeelde en afwijkende maatschappelijke waarden en het accepteren van dat verschil.
Daarmee gaan we het debat niet spenen van desinformatie. De discrepantie tussen verwachtingen en realiteit zal een pittige zoektocht blijven. Maar juist met inzet van de kunsten kunnen we het zoeken naar de gedeelde waarheid en de schoonheid van die zoektocht inzien.
Literatuur
- Achterhuis, H. J. en N. Koning, De kunst van het vreedzaam vechten: een zoektocht naar de bronnen van geweldbeteugeling, Lemniscaat, 2014.
- Dikeç, M., ‘Space as a mode of political thinking’, Geoforum, 43(4), 669–676, 2012.
- Fukuyama, F., ‘Against Identity Politics: The New Tribalism and the Crisis of Democracy’ Foreign Affairs, 97, 90, 2018.
- Heijne, B., Staat van Nederland: een pleidooi, Prometheus, 2017.
- Kramer, J., Deep democracy. De wijsheid van de minderheid, Thema, 2014.
- McIntyre, L., Post-truth, MIt Press, 2018.
- Mouffe, C., Agonistics: Thinking the world politically, Verso London, 2013.
- Roisman, J., Ancient Greece from Homer to Alexander: The evidence (Vol. 10). John Wiley & Sons, 2011.
Over
Daniëlle Arets is lector journalistiek en verantwoorde innovatie aan Fontys Hogeschool Journalistiek en onderzoeker aan Design Academy Eindhoven.
Reacties (0)
Lees meer over dit onderwerp:
Inzicht en transparantie in mediabestedingen
Jaarlijks investeren adverteerders grote bedragen in mediacampagnes om hun zichtbaarheid te vergroten. Uit publicaties blijkt dat mediabureaus onvoldoende openheid geven over hoe deze mediabudgetten worden besteed. Hebben de investeringen opgeleverd wat ervan verwacht werd en/of is er niet te veel betaald? Dit vraagt om inzicht in en transparantie over deze mediabestedingen. In Nederland wordt door […]
Lees meerWoordvoering: meer dan het woord voeren
Een ‘slip of the tongue’ en je reputatie is naar de filistijnen. Of dat zo is en welke rol internal audit kan spelen in de bedrijfscommunicatie vroeg Audit Magazine aan Willem Bonekamp, hoofd Corporate Affairs bij KPMG. Wat doet u als hoofd Corporate Affairs? “Ik ben als manager van het team Corporate Affairs mede verantwoordelijk […]
Lees meer
Wilt u ook een reactie plaatsen?
Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.