De auditor als waarzegger

De auditor als waarzegger

Auteur: Prof.dr. Mark van Twist
Beeld: Adobe Stock
7 min

De scheiding tussen echt en nep vervaagt onder invloed van artificial intelligence. De kwetsbaarheid én kneedbaarheid van wat waar is en wat niet neemt toe. Elk kritisch geluid wordt benut als brandstof voor de bubbels en bunkers van het eigen gelijk. Hoeveel ‘waarzeggerij’ door de auditor kan zo’n polariserende praktijk eigenlijk verdragen?

U hebt het bericht ook vast voorbij zien komen in het nieuws. Door OpenAI, de maker van ChatGPT, is nieuwe software gelanceerd waarmee een tekstscript in een handomdraai door de inzet van artificial intelligence (AI) is om te zetten in een zeer realistisch ogende video. Sora heet het programma dat met wat korte aanwijzingen beelden kan oproepen die tot voor kort alleen met behulp van meerdere camera’s, acteurs, drones en filmstudio’s te maken zouden zijn. Natuurlijk is Sora niet de enige en zelfs niet de eerste in zijn soort. Maar de kwaliteit is duidelijk beter zeggen experts. En belangrijker nog, het programma wordt vermoedelijk op korte termijn breed toegankelijk voor het gewone publiek, zoals nu al bij ChatGPT het geval is.

Gefabriceerd bewijs?

Nu bedacht ik me: zo wordt het straks wel heel eenvoudig voor (kwaadwillende) medewerkers om ten behoeve van de auditor ‘bewijs’ te fabriceren dat richtlijnen niet worden nageleefd, normen worden overschreden en regels worden overtreden. Gewoon in Sora achter de prompt noteren: ‘toon beeld van een op de rug gefilmde collega die het bij de bezorging van goederen niet zo nauw neemt met onze richtlijnen rond duurzaamheid’. Of: ‘laat de halfopen deur van een vergaderkamer zien waarachter duidelijk hoorbaar sprake is van grensoverschrijdend gedrag door een schreeuwende leidinggevende’. En dan de opbrengst daarvan als bewijsmateriaal toesturen aan de auditor.

Afgesproken is dat de beelden die door OpenAI worden gegenereerd van een watermerk worden voorzien, zodat ze herkenbaar zijn als ‘nep’ en gemaakt zijn door AI. Maar zo’n watermerk laat zich natuurlijk vrij eenvoudig kwijtmaken via wat technische bewerkingen. Nu al is het voor mij bij het lezen van een tekst vrijwel onmogelijk vast te stellen welke delen nu precies (direct of indirect) te danken zijn aan generatieve AI als ChatGPT.

Wat je ziet is altijd slechts een opgeruimde versie van de werkelijkheid. Wat zichtbaar wordt biedt bovendien ook maar beperkt zicht op wat er speelt

Poreuzer wordende grens tussen echt en nep

De komst van zoiets als Sora zal naar mijn inschatting de grens tussen wat ‘echt en eigen’ en wat ‘vals en vreemd’ is bij het zoeken naar de waarheid alleen maar poreuzer maken. Niet voor niets is ons vakjargon inmiddels vergeven van nieuwe angliscismen als post-truth, alternative facts, deep fake, blended realities, echo chambers, filter bubbles, storyworlds, meme machines, pro-sumers, et cetera. Wie hierover meer wil lezen kan bijvoorbeeld terecht in het boek Echt nep van Menno van Doorn e.a. (2021).

Opdracht van de auditor

Nieuw zijn pogingen om de waarheid op te poetsen en de grens tussen echt en nep te laten vervagen natuurlijk niet. Die gaan al zeker terug tot de eerste mens. Tegelijkertijd is interessant dat het nu juist de opdracht van de auditor is om te helpen blootleggen wat er écht aan de hand is in de context van (publieke en private) organisaties. De auditor is er voor het onthullen van wat juist en waar is, voor het vaststellen van de betrouwbaarheid van informatie om te kunnen oordelen over wat er nu écht aan de hand is. De auditor moet immers via kritisch onderzoek nagaan of processen afdoende kunnen worden beheerst en als het even kan zelfs zekerheid bieden hieromtrent, intern (ten dienste van de leiding) en soms ook extern (ten behoeve van het maatschappelijk verkeer).

Verlangen naar waarheid

Niet verwonderlijk dan ook dat de hele professionele praktijk van de auditor is doordrongen van het verlangen om de juiste informatie te verkrijgen voor beroepsuitoefening. In dat licht neemt een auditor (als het goed is…) geen genoegen met alleen wat op papier is vastgelegd in bijvoorbeeld personeelsdossiers, jaarrekeningen, administratieve richtlijnen, managementrapportages, formatieplannen, voortgangsverslagen, verantwoordingsdocumenten, et cetera. Een auditor wil preciezer kijken en snappen wat er schuilgaat achter de schone schijn van abstracte cijfers en vage formuleringen van management control (zie Van Twist, 2020). Maar ook als een auditor kiest voor een echte praktijkoriëntatie laat de realiteit zich maar lastig kennen. Zelfs niet bij een (onaangekondigd) bezoek aan de werkvloer, om zelf te zien hoe het er daaraan toegaat. Wat je ziet is altijd slechts een opgeruimde versie van de werkelijkheid. Wat zichtbaar wordt biedt bovendien ook maar beperkt zicht op wat er speelt. En soms heeft wat zichtbaar is (omdat de auditor erop gewezen wordt of naartoe wordt gestuurd) juist ook tot doel te verhullen of te verbergen wat er nog meer aan de hand is.

 

Voor én achter de schermen kijken

De frontstage van een organisatie vormt altijd slechts een fletse echo van de rijke praktijk die backstage aan de orde is, zo konden we al van Ervin Gofman (1954) leren in zijn beschouwing Dramaturgie van het dagelijks leven. Het contrast tussen echt en nep, tussen beeld en werkelijkheid, is er altijd. Per definitie is er sprake van een strategisch spel waarin de auditor zicht wil krijgen op wat achter de schermen speelt en een auditee niet vanzelf bereid is om dat zomaar te tonen. Via hun eigen voorstelling van zaken is iedereen er daarbij op uit sommige zaken uit te lichten en te benadrukken door ze in het volle licht van de schijnwerpers te zetten, terwijl ze andere zaken juist trachten te verhullen, verbergen, verbloemen en bagatelliseren door ze de schaduw in te duwen. Meer hierover in de ESAA/SVRO publicatie met als werktitel Waarheidsv(erb)inding, van Mark van Twist e.a. (2024) die rond de zomer van 2024 verschijnt.

Polarisatie in professionele praktijken

Wat bij alle (nieuwe en bekende) mogelijkheden om een loopje te nemen met de waarheid in het huidige tijdsgewricht echt anders is (of toch in ieder geval anders voelt), is de maatschappelijke polarisatie die het oproept. De polarisatie is groter dan ooit, zo betoogt bijvoorbeeld Rob Wijnberg (2023) in zijn boek Voor ieder wat waars. Er is geen uitdaging van deze tijd te noemen waar we als maatschappij niet lijnrecht tegenover elkaar staan: van klimaat tot immigratie, van stikstof tot racisme. Nergens zijn we het echt over eens. We leven in bubbels (of erger nog: bunkers) van het eigen gelijk, zo stelt hij. De wereld is zwart-wit, links-rechts, voor-tegen en daartussen gloort niets meer dan een gapend gat van onmin, onbegrip en onverzoenlijkheid.

Polarisatie gaat in ons tijdsgewricht niet alleen over uit elkaar lopende standpunten, maar ook om een toenemend emotioneel gevoel van verschil en afkeer

Uitvergroten van verschillen in opvatting

Polarisatie is een product van de beeldenstrijd in onze tijd: berichten die via internet worden verspreid en waarvan de echtheid of juistheid vaak niet goed te achterhalen valt, vaak gemaakt en gedeeld door partijen die elkaar verafschuwen. Denk aan beelden van klimaatactivisten die soep over schilderijen gooien, boeren die snelwegen blokkeren, vluchtelingen die zich misdragen in ons land of grensoverschrijdend gedrag door topsporters en televisiemakers. Misschien zijn niet eens de meningsverschillen zelf gegroeid in onze tijd, zeg ik Wijnberg na. Maar zonder twijfel is de zichtbaarheid ervan in ieder geval enorm toegenomen, evenals de vindplaatsen voor het eigen gelijk via de echokamers van internet. AI zorgt er daarbij voor dat dempende filters nog meer wegvallen. Teksten die je eigen gelijk onderbouwen zijn met AI in een handomdraai te maken. En nu is met Sora ook nog zonder veel moeite overtuigend uitziend beeldmateriaal als bewijs te fabriceren…

Vaker en makkelijker dan voorheen kun je zo via AI enerzijds bevestiging vinden voor hoe je er toch al over denkt en kom je anderzijds juist in aanraking met ongemakkelijke waarheden die eerder nog onhoorbaar en onzichtbaar zijn gebleven. Niet raar dus dat we ook steeds allergischer en afwijzender lijken te worden voor wat de ander vindt en zelfs ook voor wie die ander is: de wappie, het complotgekkie, de deugneus, de havermelkelite, et cetera. Polarisatie gaat in ons tijdsgewricht niet alleen over uit elkaar lopende standpunten, maar ook om een toenemend emotioneel gevoel van verschil en afkeer.

Brandstof en brandpunt van onenigheid

In die context van polarisatie fungeert kritisch onderzoek – bedoeld om de waarheid bloot te leggen, door bijvoorbeeld (externe) auditors, maar ook door andere controleurs, inspecteurs en beoordelaars van bestuur en beleid – als brandstof voor en als brandpunt van onenigheid. Neem bijvoorbeeld kritisch onderzoek naar greenwashing. Als wordt ‘aangetoond’ dat ondernemingen zich groener voordoen dan gerechtvaardigd is, roept dat meteen van alle kanten kritiek op. Mensen die toch al kritisch zijn over duurzaamheid zien er aanleiding in om ervoor te pleiten nu maar eens op te houden met die flauwekul: ‘wat heeft het voor zin om dit soort regels en richtlijnen op te stellen als uit de controle blijkt dat het toch allemaal nep is?’ Terwijl mensen die juist kritisch zijn over de betreffende ondernemingen zich bevestigd zien in het idee dat de controle echt niet stevig genoeg is. Beweringen van beide kampen laten zich via AI met beeld en geluid bekrachtigen…

Kritisch onderzoek, bijvoorbeeld als dat gaat om diversiteit en inclusie, bevestigt en bevordert voor je het weet alleen maar de ‘permanente verontwaardiging zonder veel richtinggevoel’ die ons toch al zoveel overlast bezorgt. Alles steeds een schande vinden, zonder de complexiteit van de kwestie te willen erkennen of zelf verantwoordelijkheid te nemen. De platitude dat ‘mensen van kleur totaal geen kansen krijgen in onze organisaties’ of omgekeerd: ‘dat het nu eindelijk maar eens afgelopen moet zijn al dat wokegedoe’.

De auditor als aanjager van maatschappelijk wantrouwen

Kritisch zijn vanaf de zijlijn – wat de auditor nu eenmaal doet – lokt alleen maar uit dat het vertrouwen in de ander (het management, de organisatie, het bestuur) nog verder daalt, waarna we ons vervolgens kunnen verbazen over de zwartgalligheid die we als beroepsgroep welbeschouwd zelf voeden. De (soms pijnlijke) waarheden die de auditor onthult, dragen maar al te makkelijk bij aan een contraproductieve, misschien zelfs wel destructieve maatschappelijke dynamiek. Zeker gegeven de toegenomen (kans op) openbaarheid van diens toetsend onderzoek.

Tragiek van goede bedoelingen?

Dat wat bedoeld is om het vertrouwen in onze organisaties te vergroten – namelijk: kritisch onderzoek door auditors als controle op de macht – kan er zo ironisch genoeg voor zorgen dat we die organisaties alleen maar minder gaan vertrouwen. Nu de grens tussen echt en nep onder invloed van AI nog verder vervaagt en waarheidsvinding in onze beroepspraktijk niet alleen plastischer maar ook polariserender van karakter blijkt, dringt de vraag zich op: wat is eigenlijk onze eigen verantwoordelijkheid hierin en hoeveel pijnlijke onthullingen door de auditor als moderne waarzegger kan onze maatschappij in de toekomst nog verdragen?

 

Over
Prof.dr. Mark van Twist is hoogleraar bestuurs- en beleidsadvisering op het grensvlak van publiek en privaat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is hij onder meer voorzitter van de Orde van Organisatie Adviseurs (OOA). Tot 1 februari 2024 was hij wetenschappelijk directeur van de Internal Auditing & Advisory-opleiding in Rotterdam.

Een artikel aanleveren? Lees onze auteursinstructies.
0 likes

Reacties (0)

Wilt u ook een reactie plaatsen?

Voor het plaatsen van een reactie vereisen wij dat u bent ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer u dan nu. Wilt u meer informatie over deze vereiste? Lees dan ons privacyreglement.

Lees meer over dit onderwerp: